7 oktober 2012
Het duurde vanwege de slechte ontvangst een tijdje vooraleer de kaart van China op zijn iPhone verscheen – G. wou mij tonen waar Hanghzou ergens ten opzichte van Beijing en Shanghai te situeren valt. Een ‘middelgrote’ havenstad met 9 miljoen inwoners: daar is het dat hij volgend voorjaar een oliefabriek zou helpen opstarten.
G. had ons uitgenodigd op
restaurant en het menu was werkelijk voortreffelijk – sardines, tarbot,
lamsstoofpotje, tiramisu en koffie na – en het gaf geen pas om met het obligate
groene gemekker te komen aandraven: of hij er geen scrupules bij voelde te gaan
meewerken aan de delocatie van westerse industrie en aan de voor de planeet
wellicht fatale opkomst van de Chinese consumptiemaatschappij, of hij al een
ogenblik had stilgestaan bij zijn gigantische ecologische voetafdruk (hij zou
de eerstvolgende maanden tot drie keer toe heen en terug reizen), of hij zich
goed voelde bij het werken voor een petroleummaatschappij die, per definitie,
zich niet bekreunde over de risico’s van de ontginning, de uitstoot van CO2
en de opwarming van het klimaat. Dat alles was niet aan de orde en bovendien
droegen we met onze sardines en tarbot ook bij aan de overbevissing, was dat
lammetje in de fleur van zijn leven geslachtofferd en was de koffie wellicht
geen fairtrade. G. is al jaren een goede en genereuze vriend, een oude
fietskameraad, een kerel waarop je zou kunnen rekenen als je het nodig zou
hebben – soms moet je je principes al
eens op stal kunnen laten.