Ik ben op weg in een stad, ik denk dat het Kortrijk is, ’s ochtends vroeg na een studentenfeest. Ik zie groepjes studenten op weg naar huis. Ik kom door een feestzaal waar er nog een grote groep aan de toog staat na te kaarten. Overal plastic bekers op de grond, de gekende taferelen na een fuif. De deejay is zijn materiaal aan het opruimen. Ik houd een grote ruiker bloemen in de hand. Ik volg iemand – het is niet G. maar hij heeft wel iets met G. te maken.
De volgende scène speelt zich af in mijn ouderlijk huis. Ik
ben er aangekomen met mijn ruiker. Ik ben naakt, beschik enkel over een
handdoek om mijn naaktheid te bedekken. Ik moet op het platte dak boven de
garage zijn. Dat is enkel te bereiken via het raam in de slaapkamer. Maar mijn
zus is het bed aan het opmaken dat tegen dat raam staat. Ik moet over dat bed,
maar halfnaakt en met een ruiker bloemen in de hand is dat niet evident.
Bovendien moet ik nog het rolluik ophalen. Het gemakkelijkst zou zijn om zowel
de ruiker als de handdoek even opzij te leggen en met beide handen het
rolluiklint te bedienen, maar dat kan natuurlijk niet. Ik doe het dan maar,
onhandig, met één hand terwijl ik met de andere hand zowel ruiker als doek
ophoudt. Ik stap op het plat dak en ga meteen zitten om voor de buren
onzichtbaar te blijven. De buurman zont naakt in zijn tuin. Zijn vrouw zit topless
aan een tuintafel. De kinderen zijn de naaktheid van hun ouders gewoon. Mijn
zus komt nu ook door het raam naar buiten gestapt. Ik vouw de handdoek zedig voor
mijn onderbuik.