Aan zee is het misschien de meeuw, maar hier in 't binnenland wordt stilaan de kauw de meest mensnabije vogel. Ik bedoel: de vaakst voorkomende vogelsoort die de aanwezigheid van de mens nauwelijks schuwt. Mus en merel zijn al verdwenen. Mezen, eksters, kraaien: ze duiken regelmatig op maar blijven gering in aantal. Kauwen zijn talrijk, all over the place. En ze generen zich niet. Slim en uitermate menselijk, eigenlijk, passen ze zich aan onze wereld aan. Dit exemplaar deed zich te goed. Nauwelijks een meter of drie van mij verwijderd. We keken elkaar aan, aanvoelend dat we niet zouden conflicteren.