vrijdag 16 oktober 2020

vorig jaar 259 / droom # 132

191016

(…) Vredig, zoals dat dan heet. De linkerarm naast zijn romp uitgestrekt, de rechterhand op de borst neergevlijd. Het gelaat met de forse neus, de fijne lippen, de borstelige wenkbrauwen slaat al wat gelig uit. Ik las onlangs hoe ze de neusholte volproppen met watten om zo lang mogelijk een mooie vorm te behouden. (…) het verval is nu toch stilaan aan het intreden. Neen, je wil toch niet een lijk zolang bij je houden dat (…) (zoals ik vanochtend in de biografie van Susan Sontag las), hoe dierbaar ook de aflijvige moge geweest zijn. Op een gegeven ogenblik is het tijd voor de kisting, de teraardebestelling, de crematie… Of wat het ook moge zijn, de manier waarop de overledene plaats ruimt voor nieuwe mensen op deze beperkte bodem. In zijn auto had R. een weegschaal aangetroffen. Waarschijnlijk had haar vader die meegenomen om er een nieuwe batterij voor te kopen. (Hoeveel weegt een ziel?) (…) * (…) * Droom. Ik moet deelnemen aan een wielerwedstrijd. Maar wanneer het peloton vertrekt, blijkt dat mijn banden plat staan. Ik probeer ze op te pompen met een voetpomp, maar slang en ventiel sluiten niet goed op elkaar aan en het resultaat is dat er nog minder lucht in de band zit. Dan neem ik maar een handpomp. Dat lukt wel. Maar het peloton is al een heel eind weg. Ik besluit toch maar te vertrekken en achter het peloton aan te gaan. Mijn race is al gereden nog voor ik goed en wel vertrokken ben. * (…) *