maandag 5 oktober 2020

scherf 62

Luisteren

 

De kersverse – maar toch ook al enigszins ‘belegen’ – minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke maakte een gesmaakte rentree in de actualiteitsprogramma’s van de VRT door in Terzake de moderatrice, die, zoals in dat programma te doen gebruikelijk, haar gasten in hun dialoog wilde onderbreken, lik op stuk te geven: ‘Staat u mij toe eerst naar mijn collega te luisteren alvorens uw vraag te beantwoorden.’ (Of iets van die strekking.) Daar had ze niet van terug. (30:18)

VDB sprak die woorden prompt, alert, waardig maar toch ook streng uit: ze hielden een terechtwijzing in. Het was meteen duidelijk dat hij niet van plan was om, tien jaar nadat hij de politieke arena had verlaten, zich zomaar te schikken naar de verruwing die zich sindsdien in de mediatieke zeden had doorgezet.

Meteen stonden de sociale media bol van enthousiaste opmerkingen over een nieuwe wind in de journalistiek, een nieuwe journalistieke cultuur zeg maar. Vanaf nu zouden radio- en tv-journalisten moeten beseffen dat het gedaan moet zijn met hun gasten in al te strakke formats te persen (pun intended), met dat voortdurende onderbreken, met het opzoeken van polemiek en conflict, met het verdrinken van essentie in sensatie, met het onvoldoende weerwerk bieden aan populistische menners die maar al te vaak op de vorm van de pil spelen om de betreurenswaardige samenstelling ervan bij hun gehoor doorgeslikt te krijgen.

Zou het? Zou het kunnen? Ik hoop het maar ik twijfel eraan. Het zal in elk geval een gezamenlijke inspanning vereisen. Van de journalisten, die zich misschien eens collectief moeten bezinnen over hun manier van werken. Maar natuurlijk ook van de politici die nu samen de meerderheid vormen: zij zouden een gedragscode ten overstaan van de pers kunnen afspreken. Maar zij moeten daarnaast ook beseffen dat de verruwing zal hervatten en zelfs nog toenemen indien zou blijken dat zij onderling niet zouden overeenkomen, indien ook deze regering een ‘kibbelkabinet’ zou blijken te zijn. Daarop wordt natuurlijk al op vele redacties gespeculeerd, je voelt zo dat men nu al zit te azen op de eerste meningsverschillen: de ene zegt dit over het minimumpensioen of de vermogenstaks, en de ander weer dat; en hoe zit dat nu intern bij de MR? Ja, de aasgieren zitten al klaar, hoog op hun takken in de kale bomen, met hun naakte halzen uitgerekt spiedend naar het gekrioel, het gesis en gekronkel daar beneden in het dorre gras van de Belgische politiek. En uiteraard al denkend aan een volgende bijdrage over de desinteresse bij het electoraat, het extremistische stemgedrag, de kloof tussen burger en politiek.