En wat is er in die twee decennia veel gebeurd! (En hoe snel zijn die twee decennia voorbijgegaan! De Twin Towers, waarmee ze begonnen: dat lijkt toch echt nog geen twintig jaar geleden!) Het boek van Mak bevat een duizelingwekkend overzicht: Europa en de brexit, nationalisme, vluchtelingen, populisme, klimaatdreiging, financiële crisis, Griekenland, Russische maffia, de crisis van de waarheid, digitalisering, social media, robotisering, clowns aan de macht… De wereld is de afgelopen twintig jaar weer veel meer veranderd dan in alle dubbele decennia daarvoor. Het gaat razendsnel, dat is de overheersende indruk. Oerendhard! En als je die snelheid extrapoleert naar de tijd die nu op ons afkomt, kun je niet anders dan vrezen dat we naar een afgrond snellen, of noem het een muur, een ijsberg…
Neen, vrolijk word je er niet van. Ik liet stoom af bij een vriend, die Grote verwachtingen al gelezen had: ‘We leven in een gekkenhuis, dat op instorten staat.’ ‘Heb je daar echt Mak voor nodig, om dat te weten?’ antwoordde hij. Neen, maar het is toch goed om eens een ingenieur in huis te halen die je kan zeggen hoelang het er nog veilig toeven is.
Snelsnelsnel. En kijk, het boek was nog niet goed en wel uit en aan zijn, alweer oververdiende, zoveelste druk in een paar maanden toe, of, jawel, COVID sloeg toe en alle uitgezette parameters konden overboord. Mak kon nog niet met pensioen, hij zag zich gedwongen om zich aan een addendum te zetten. En dat kwam er ook, onder de titel Epiloog, een titel die ik nooit anders dan als bedoelde dubbelzinnigheid heb kunnen lezen: nawoord bij het pas geschreven boek, maar ook een naschrift bij een tijdvak dat op zijn einde aan het lopen is.
In Epiloog bij Grote verwachtingen, zoals het boekje voluit heet, schetst Mak de snelle verspreiding van het virus dat we ondertussen allemaal bij naam kennen, en de trage reacties van de overheden erop. Met de gekende gevolgen. Een van die gevolgen is dat onze wereld ten gronde veranderd is.Maar dat was voorspelbaar. Onze wereld is voortdurend ingrijpend aan het veranderen. Na decennia van relatieve stilstand, toch hier in het verwende Westen waar ik ben opgegroeid, lijkt alles nu in een stroomversnelling te zijn beland.
Zo snel gaat het, dat Mak zelf de tijd niet weet bij te houden. Op bladzijde 74 sluit hij zijn Epiloog af met woorden die hij tot een denkbeeldige student in 2069 richt: ‘Ik schrijf deze laatste regels op 4 mei 2020’. Daar gaat het over de afnemende hevigheid van de coronapandemie: ‘in Europa begint de sterfte af te nemen, de grote pieken zijn eerder voorbij dan iedereen verwachtte’. Wij weten ondertussen wat Mak nog niet wist: dat de tweede golf nog moest komen en heviger zou worden dan de eerste. Wat Mak ook nog niet wist, is dat sinds die 4 mei de vertrouwde merel van het toneel zou verdwijnen want een bladzijde verder schrijft hij, de lockdownstilte in Amsterdam schetsend: ‘Nooit hoorde je zoveel merels, het weerkaatst over de verlaten grachten, iedere avond opnieuw.’ Zo snel gaat het: geen halfjaar later en er zijn geen merels meer.
Die versnellingen doen mij denken aan water dat in een volle lavabo in een afvoergat wegvloeit. Het waterpeil zakt aanvankelijk traag, maar naarmate het zakt, zakt het sneller en sneller en uiteindelijk begint het te kolken, hier in een andere wijzerzin dan op het andere halfrond maar dat doet er nu niet toe, en dan verdwijnt het razendsnel, met een slurpend geluid, in het gat. Zo lijkt het mij ook met onze tijd te gaan, en wij kunnen proberen onszelf wijs te maken dat wij haar (hem?) bij kunnen houden.
Geert Mak, Grote verwachtingen (2019)
Geert Mak, Epiloog bij Grote verwachtingen (2020)