- Kenneth, heb je al ons onverkocht brood in de afvalcontainer gekregen?
- Ja, baas! Ik kreeg er geen brood meer bij.
- Niet erg, zolang we geen tweede container nodig hebben. En staat hij goed in het zicht?
- Ja hoor, midden op de parking! Je kunt er niet naast kijken!
- Zodat de eerste passant met zijn gsm een mooie, sprekende, antikapitalistische foto kan maken?
- Jawohl! Ik heb er speciaal voor gezorgd dat de lage zon er een gouden gloed op legt, op al die lekkere baksels.
- Goed, Kenneth, zo hebben we het graag. Dan zien de mensen dat we niets tekort hebben.
aanvulling:
Natuurlijk kan ik wel vermoeden dat de winkel in kwestie - die ik overigens niet herkenbaar in beeld heb gebracht - een poging heeft ondernomen om de onverkochte broden een bestemming te geven. Het zou er nog aan mankeren. Maar als je op een maandagochtend voor het openingsuur zo'n container ziet staan, dan lijkt het mij toch evident dat je daar iets bij *voelt*. Kwaadheid bijvoorbeeld. De zaakvoerder kan zijn voordeel doen met mijn advies om zijn onverkochte broden een beetje minder opzichtig af te voeren. Als de broden niet allemaal in één container kunnen, moet hij maar twee containers gebruiken. Maar hij kan ook zijn bestellingen aanpassen. En ik weet waarover ik spreek want ik heb zelf nog brood gevoerd voor Paverko. Ik sneed in mijn eigen portemonnee als ik op het einde van mijn ronde onverkochte broden overhad. Gevolg: ik had géén onverkochte broden. Zo simpel is dat.