190601
Gisterenavond met R. naar Dolor y Gloria van Almodovar. (…)
* Een zieltogende meikever op mijn terras. Ik zet het beest terug op z’n poten,
maak er een paar foto’s van. Wat later ga ik nog eens kijken, maar de meikever
is weg. Hoelang zou het geleden zijn dat ik er nog een heb gezien? * G. vertelt
me dat hem door een van zijn vriendinnen een boek van Murakami is aangeraden.
Van de weeromstuit begin ik in Spoetnikliefde. Wat mij meteen ongunstig
treft, zijn de opzichtige vergelijkingen. ‘Het voelt muf, alsof je van een
afstandje naar vieze zweetsokken kijkt die je net hebt uitgetrokken en op de
vloer hebt laten vallen.’ (60) ‘Mioe stak een olijf in haar mond, pakte de pit
met haar vingers en gooide hem zo elegant in de asbak als een dichter die een
leesteken plaatst.’ (108) * (…) *