190531
Net nu ik overweeg dat ik in mijn reisverslag ‘graag Praag’ gewag
moet maken van de vele lege mentale uren op de fiets, tijdens dewelke ik, in
weerwil van mijn voornemen om van die tijd gebruik te maken om eens een en
ander op een rijtje te zetten, aan niets dacht, lees ik – in Op reis rond de
wereld en op Rottumerplaat (op 190528 voor 1 euro aangeschaft in de Oxfam)
– hoe Godfried Bomans zijn zelfgekozen eenzaamheid op het onbewoonde
Waddeneiland, niet veel meer dan een ternauwernood boven de zeespiegel uit
stekende zandplaat, beleeft: ‘Een heleboel mensen zeiden me dat men in een
situatie als deze tot ongekende diepten van introspectie komt, maar hiervan heb
ik niet veel gemerkt.’ En dan blijft hij nog nietsdoend op een stoel in het
zand zitten, terwijl ik op mijn fiets voortdurend moet uitkijken en de weg
zoeken enzovoort. Maar Bomans schrijft ook: ‘het is natuurlijk allemaal heel
indrukwekkend wat je ziet, maar het zou meer zijn als je dit met een
ander delen kon.’ En hij vraagt zich af hoelang je zo’n situatie van alleen op
een eiland zitten zou kunnen uithouden. ‘Ik denk dat voor een sterk iemand, die
met veel inhoud hieraan begint, een halfjaar het uiterste is.’ (130-131)
Hiermee komt Bomans in de buurt van Sylvain Tesson, die zich zes maanden
terugtrok in een Siberische blokhut. (Ik las Zes maanden in de Siberische
wouden in november 2013 – daar schrik ik van, dat dat alweer bijna zes jáár
geleden is.) Tenzij je een heilige bent, voegt Bomans er nog aan toe. Een
kluizenaar dus. Die kan het allicht langer redden op zijn eentje, maar ja, da’s
niet moeilijk: ‘Hij heeft nog andere toevoerkanalen.’ Een paar dagen later
stelt hij dat een extravert iemand, wat hij zelf naar eigen zeggen niet is, het
nog veel moeilijker zou hebben dan hij het al heeft om zo’n isolement vol te
houden. (141) De eveneens neergeschreven bevindingen van Jan Wolkers, die in
het kader van een radioprogramma aan hetzelfde experiment werd onderworpen,
spreken dat naar verluidt tegen. De lectuur van deze bladzijden is pregnant,
zeker ook tegen het licht van de wetenschap dat Bomans, die nog maar 58 was,
vijf maanden nadat hij deze bladzijden schreef totaal onverwacht zou
overlijden. Op Rottumerplaat is hij koortsig en slap, griep noemt hij het. Wist
hij toen al dat hem iets ergers te wachten stond, maar verzwijgt hij het? *