Het hete ijzer
‘Topfotograaf Stephan Vanfleteren pakt uit met nieuwe expo
over lockdown’, bloklettert
De Standaard. Laat er geen twijfel over bestaan, ik vind Stephan
Vanfleteren zeker ook een topfotograaf. Vooral zijn sociaal-documentaire
fotografie is zeer de moeite waard, zoals te zien is in zijn fotoboeken Belgicum en Charleroi. Ook bepaalde reeksen, zoals de dode dieren, en vele portretten
zijn zeer de moeite waard. Vanfleteren heeft enkele figuren definitief en
onverbeterbaar in het collectief geheugen gestanst. Ik denk aan Briek Schotte.
Maar op een bepaald ogenblik is de zin voor het markante bij Vanfleteren overgeslagen
in de overdrijving. Hij spande de contrasten zodanig op dat zijn beelden bijna
knakten. Toen hij sportmensen, alvorens ze op de gevoelige plaat vast te
leggen, met grafiet begon te bewerken om de dramatische werking van de
portretten nog een graad op te krikken, ben ik afgehaakt. Het lag me iets te goed
in de markt. Hier begon het mercantiele te overheersen, kreeg ik de indruk.
Vanfleteren was niet meer uit de belangstelling weg te branden. Het was op den
duur of er in heel België nog één man zich met fotografie bezighield. Voor het
brede publiek gold: ‘fotografie in België = Stephan Vanfleteren’.
Dat is geen gezonde situatie. Een overzichtstentoonstelling
van een nog zeer levende hedendaagse kunstenaar, laat staan fotograaf, die al 130.000
bezoekers over de vloer kreeg, dat verraadt nattigheid. Daar is iets aan de
hand wat niet normaal is, wat niet louter met de kwaliteit van het aangebodene
te maken heeft. Hoe hoog ook die kwaliteit vaak is, ik herhaal het. Maar daar
gaat het hier niet om. De titel van de tentoonstelling, ‘Present’, zegt ook wel
veel natuurlijk. Een reclamebureau had niets beters kunnen bedenken.
Tegenwoordige tijd en presentatie, zegt dat woord, maar natuurlijk suggereert
de titel ook om de bijhorende, stevig geprijsde, catalogus aan te schaffen, als
het al niet voor uzelf is, dan toch als een mooi cadeau voor onder de
kerstboom. Die van 2019 maar evengoed die van 2020 indien de tentoonstelling
nog een paar keer wordt verlengd.
En dan zien we hoe Stephan Vanfleteren met zijn hele
uitstraling en coole look en dramatiserende gesticulaties bijdraagt tot wat je
een soort van cultstatus of vedetteschap of zelfs mythevorming zou kunnen
noemen. Nu is er dus – nu al! – een tentoonstelling met beelden die hij maakte
tijdens zijn coronawandelingen. Ik geef toe, je kunt daar beter niet over een
jaar of over vijf jaar mee afkomen, wanneer we die hele corona alweer vergeten
zijn en misschien met nog ergere en ingrijpendere uitdagingen worden
geconfronteerd. Je moet het ijzer smeden wijl het heet is.
Van het filmpje bij het artikel ga ik helemaal op de loop.
Hoor de man bezig, zwelgend in zijn eigen sérieux (ik transcribeer naar aanvaardbaar
Nederlands): ‘Na een paar weken besefte ik dat ik gewoon met een conceptje zat,
met het idee dat ik iets aan het doen was dat mij heel gelukkig maakte, dat mij
heel alert deed kijken naar de natuur, die mij door de lockdown, door de
verstilling, noopte tot veel intenser kijken. (…) Er gebeurt iets en ik reageer
daar meteen weer op door iets te maken. Aanvankelijk zonder vooropgezet plan. Maar
gaandeweg begon ik te beseffen dat ik weer met iets bezig was, dat ik weer niet
stilstond. Nu deel ik opnieuw iets van wat ik doe met andere mensen. En dat is
uiteindelijk het mooiste wat je kunt doen.’
Ja, dat is waar. Wat je maakt, delen met anderen, dat is het
mooiste.
200627
Present + Corona Walks, nog tot 13 september in het FoMu,
Antwerpen (reserveren verplicht, vanwege… corona).