Bloed aan de paal
4 juni 2010. Tien jaar later wordt het te vroege overlijden
van Jan Wauters herdacht met een bijna twee uur durend programma op Radio 1. Ik keek, zoals zoveel
anderen die én met sport én met taal iets hadden, maar ook: én met kritische
zin – ik keek op naar Jan Wauters, sportjournalist, maar ook: journalist die de
sport in verband bracht met bredere maatschappelijkheid en zelfs met politiek.
In het programma worden getuigen en betrokkenen geïnterviewd: Eddy Merckx, maar
ook Peter Vandenbempt, allebei hebben zij veel aan Wauters te danken. Maar we
horen ook Jan Wauters zelf, bijvoorbeeld met het legendarische interview dat
hij van Merckx afnam in Savona, in 1969, toen de jonge held op doping betrapt
uit de Giro werd gebonjourd – we weten er nog altijd het fijne niet van.
Wauters, toen nog jong, werd in de hotelkamer van de zijn onschuld uitwenende coureur
toegelaten en nam daar het interview af dat ik nu al zoveel keren heb gehoord.
Of neem nu Jan Wauters, negen jaar later in Buenos Aires, vlak voor de finale
van het wereldkampioenschap, de match die Nederland niet mocht winnen. Bloed
aan de paal! Inderdaad, en Wauters windt er in zijn voorbeschouwing op die
match, die eigenlijk een politiek propagandatheater was, geen doekjes om. Hij
vermeldt de wantoestanden, de terreur, de wenende moeders, de verdwijningen.
Dat was geen sportverslaggeving, dat was progressieve journalistiek van het
hoogste niveau. Daags voor het treffen tussen de hemelsblauwen, met de
langharige Mario Kempes en de aristocratisch ogende Osvaldo Ardiles, en dat wonderlijk totaalvoetbal
spelende ‘Nationale Elftal’ (Krol, Haan, Rensenbrink…, maar al niet meer
Cruijff, die wou niet spelen omdat, tja, dat is nooit opgehelderd) was Wauters op bezoek gegaan
bij een Argentijns gezin waarvan de ene zoon was gemarteld in het bijzijn van
zijn vader terwijl de andere zoon ‘verdwenen’ was – ja, misschien was hij net
als zoveel andere slachtoffers van het regime van Videla en die andere kolonels
die daar op de eretribune zaten te glunderen uit een vliegtuig gekieperd, de
Atlantische Oceaan in, om nooit meer te worden teruggevonden… (luister hier vanaf plusminus minuut 30) De
Nederlandse voetballers, je moet het ze nageven, stonden tijdens het
Argentijnse volkslied vlak voor de aftrap ostentatief in hun neus te peuteren –
of ze hielden zich althans onledig met een welvoeglijker maar daarom niet
minder sprekend equivalent van dat gebaar. Ik begreep niet wat er gebeurde, ja,
mijn internationaal-politiek besef stond op mijn zeventiende ook al op een laag
pitje, maar ik herinner het mij nog levendig. Het is trouwens ook van dat WK
dat de uitdrukking ‘bloed aan de paal’ dateert. Dat refereerde niet aan de bal
van Rensenbrink die op het doelhout strandde, waardoor die finale een heel
andere wending kreeg, maar aan een actie die onder impuls van Freek de Jonge door
een aantal Nederlandse kunstenaars werd opgezet om een boycot te eisen, vanwege
de mensenrechtensituatie in Argentinië. Die hele geschiedenis zou bij onze
noorderburen nog eens opspelen toen de huidige koning Alexander uitgerekend in
dat land zijn toekomstige, Máxima
Zorreguieta, meende te moeten vinden. Maar zij kon er natuurlijk niets aan doen
want zij was pas zeven toen Robbie zo noodlottig de buitenkant van de paal trof
in plaats van de binnenkant.
200608 en 200611