Nu zijn zowat alle kavels langs de Populierendreef ingenomen door
losstaande woningen, maar toen wij er halfweg de jaren zestig kwamen wonen was
dat nog helemaal niet het geval. Er lagen veel braakliggende percelen, die dan
ook een ideaal speelterrein vormden voor het kind dat ik was: een kind dat
uitvloog en zijn territorium zomer na zomer uitbreidde.
Een van de attracties in de onmiddellijke omgeving was de met
water volgelopen bouwput achter ons perceel, een achtergelaten aanzet tot
fundering van een nooit gebouwd huis. De put mat ongeveer vier bij tien meter
(schat ik nu uit het hoofd) en was afgeboord met wallen die bestonden uit de
opgedolven aarde. In het water leefden kikkers en salamanders. Die waren in een
tijd dat er van dierenwelzijn en mentaliteitswijziging dienaangaande nog geen
sprake was niet veilig voor het sadisme van de plaatselijke jeugd. Al moet ik
zeggen, ter mijner verdediging, dat ik het met een fietspomp opblazen van
kikkers of het uitrukken van hun poten altijd
een kwalijke praktijk heb gevonden en er mij in elk geval nooit mee heb
beziggehouden. Maar ik moet bekennen dat ik niet voldoende inspanning heb geleverd
om de kinderen die er zich wél aan bezondigden op andere gedachten te brengen.
Het waren mijn vrienden niet, zelfs niet eens kameraden. Het waren van die
jongens, iedereen kent ze wel, die één keer per zomer in je territorium
opduiken om er de boel te verzieken. Je verzet je niet omdat je intuïtief
aanvoelt dat ze nu net op conflict uit zijn – als je zwijgt zullen ze, dat hoop
je dan, élders weerstand zoeken en niet meer terugkeren.
Wat ik wel deed – en het zou ook niet mogen van GAIA – was salamanders
vangen. Waarom ik die op de rug bruingevlekte beestjes van hun vrijheid
beroofde, weet ik eigenlijk niet. Ik vermoed dat kinderen, of jongens,
instinctief ook jagers zijn – en in dit geval kon ik dit instinct vergoelijken
met een soort van wetenschappelijke nieuwsgierigheid: ik zou het gedrag van
mijn gevangen exemplaren, die ik in een inderhaast met wat aarde en water en
groen gevulde afgedankte en in de tuin bewaarde aquariumbak opsloot, nauwgezet
observeren. Daar kwam echter niet veel van in huis want de volgende dag waren
de beestjes uit hun gevangenis van glas verdwenen – ik heb nooit geweten hoe
het hun is vergaan.
lees vanaf hier deel 1
lees
hier
vanaf het begin van deel 2