4 januari 2016
maandag
SIGNALEN / EENZAAM
Het wordt tijd dat ik naar de signalen luister die mijn
lichaam naar mij uitstuurt, steeds nadrukkelijker. ¶
Ik passeer op de fiets een huis met een groot raam en achter
de ruit in dat raam zie ik, tussen haar sanseveria’s op de vensterbank, een
oude vrouw staan. Ze kijkt naar buiten. Een beetje gelaten, zo lijkt het wel.
In een impuls steek ik mijn rechterhand op en zwaai naar haar. Even is er een
aarzeling. Die vrouw kent die fietser in dat malle pakje helemaal niet. Waarom
zwaait hij? Maar dan heft ze ook haar rechterarm en maakt die kinderlijke
zwaaibeweging. We zwaaien dus naar elkaar, heel even is er iets vrolijks. Ik kan me nu allerlei dingen afvragen. Of die vrouw zich
vragen stelt: wie?, waarom? Of die vrouw eenzaam is en misschien vandaag
niemand zal zien? Of het niet gek is dat er in onze levens maar zelden plaats
is voor dergelijke zotte momenten die nergens bij horen maar toch op zichzelf
een waarde hebben? ¶