maandag 4 januari 2016

reactie



Misschien ontgaat me de pointe van de discussie. Maar is elke schrijver niet per definitie celibatair ? Heeft hij zich niet minstens, tijdens het schrijven, teruggetrokken uit zijn geprivilegieerde liefde en zijn geliefde buiten spel gezet om zich aan alles en iedereen te kunnen geven ? Is dat niet de reden waarom zoveel schrijvers, na hun tekstarbeid, hun geliefde bedanken ? Omdat hij/zij de toelating gaf tot de geboorte van een buitenechtelijk kind ?

De schrijver trekt zich niet terug om zich af te sluiten, hij trekt zich terug om zich helemaal open te stellen, om zich te kunnen geven, om een inclusieve, geen exclusieve gemeenschap te 'stichten', om aan de wereld te participeren, een open wereld waar de voortdurend bewegende wolken de smetteloze hemel waar niets gebeurt, openbreken, uit elkaar lezen, intellectualiseren.
Ja, in die zin is het schrijverschap, net zoals (eertijds?) het priesterschap, een rechtvaardiging voor het celibaat.

Of word ik hier te prekerig ? Want ook de zogenaamde intellectualist wordt vaak een slechte priester die bezwijkt voor een wereld waar niets nog echt kan gebeuren, waar niets nog geboren kan worden, waar alles al is beslecht.

I.L.