zaterdag 16 januari 2016

vierenvijftig 97


9  januari 2016

zaterdag

VIVIAN MAIER / EENZAAMHEID / POL VAN DEN DRIESSCHE

© Vivian Maier
Ik bekijk de documentaire Finding Vivian Maier, over de fotografe die postuum de erkenning kreeg die ze bij leven nooit of toch nooit ten volle had nagestreefd. ‘Ik voel me schuldig,’ zegt de maker, tevens vinder en beheerder van haar nalatenschap, John Maloof, ‘omdat ik nu openbaar maak wat zij blijkbaar zo angstvallig altijd heeft willen verbergen.’ Vivian Maier leefde van 1926 tot 2009. Er wordt gesuggereerd dat zij geestesziek was en dat dat dit het gevolg was van erge dingen die zij tegen haar wil had moeten meemaken. Een van de getuigen zegt: ‘Ik vind het mysterie rond haar persoon interessanter dan haar werk.’ ¶

Ze zochten in de wildernis de eenzaamheid niet op, neen, ze zochten een bétere eenzaamheid dan deze die ze al kenden. ‘Het is waar dat ik intelligent gezelschap mis, maar er zijn zo weinig mensen waarmee ik de dingen kan delen die zoveel voor mij betekenen, dat ik eraan gewend ben geraakt om mijzelf niet te uiten. Het is voor mij voldoende om door schoonheid omringd te worden…’ Dat schrijft Everett Ruess op 11 november 1934, vanuit de moeilijk toegankelijke wildernis waarin hij zich heeft teruggetrokken en waarin hij ook, op nauwelijks twintigjarige leeftijd, zal sterven. Een betere soort eenzaamheid. (Jon Krakauer, De wildernis in) ¶

Een paar dagen geleden was er in ‘De Afspraak’ een compilatie van beeldfragmenten waarin Pol Van Den Driessche, de mediastrateeg van de N-VA, door de wetten van nabijheid en suggestie in verband werd gebracht met de seksuele geweldplegingen in Keulen. PVDD zou op dat vlak in het verleden ook al zijn boekje te buiten zijn gegaan, vandaar. (Ik hanteer de voorwaardelijke wijs om juridische redenen.) Nu reageert hij, geruggensteund door zijn partijvoorzitter, tevens burgemeester van Antwerpen, behoorlijk scherp. De burgemeester van zijn kant vindt de gang van zaken bij ‘De Afspraak’ ‘om te kotsen’ en laat weten dat men hem daar de eerste tijd niet moet uitnodigen.

Uiteraard is er vrije meningsuiting, en redactionele vrijheid in het bijzonder, maar ik blijf vinden dat de door de burgemeester van A en zijn mediastrateeg gewraakte passage echt niet door de beugel kon. Al meteen toen ik die passage zag, dacht ik dat. Persvrijheid, ja! Maar dat is nog geen vrijgeleide voor slordigheid of ludieke luim op de kap van een ander. De aanwezigheid van PVDD in die compilatie was op geen enkele manier noodzakelijk en ik kan begrijpen dat die man, wat hij verder ook heeft uitgespookt (daar laat ik mij niet over uit), zich geviseerd voelt. (Ik had me overigens daarvoor op FB al geërgerd aan het feit dat PVDD er gratuit bij werd gesleurd wanneer men het nodig vond om iets over Keulen te zeggen.)

Ook het leed van slachtoffers, dat ik meer dan mij lief is begrijp, is geen reden om goed te praten dat in het kader van een ‘duidingsprogramma’ een ‘dader’ onnodig wordt opgevoerd in een studentikoze compilatie – iets waar de slachtoffers wellicht ook niet vrolijk van worden. Of toch niet vrolijker dan zij het zouden zijn indien die ‘dader’ daarin niet was opgevoerd. Om precies dezelfde reden vind ik het niet nodig om, telkens wanneer het over misbruiken in de kerk gaat, de foto of bewegende beelden van de voormalige bisschop van Brugge op te voeren. Daar zit altijd een element van suggestie achter, om niet te zeggen insinuatie. Je maakt op die manier van één persoon het symbool van een algemeen fenomeen. De middeleeuwse schandpaal is niet ver uit de buurt. ¶