Droom. Ik schilder twee aquarellen. Een portret van een
vrouw en een kerkhof. Alles zeer fijn en kunstig. Op de aquarel met het kerkhof
is achterin een bos te zien. Sommige van de bomen erin nemen de gedaante aan
van olifanten. Er is ook een Italiaans landhuis te zien. En wie komt daar
voorbij? André D.! (Die ik gisteren op mijn Paalbos-wandeling heb gezien.)
Nog een droomfragment (alles tussen kwart over zeven en
kwart voor acht). ‘Thuis’ is een oud huis met oude kasten waarvan de laden
proppensvol zijn. P. vindt alles terug in die laden. Sommige laden zijn leeg;
het zijn mijn laden.
En nog een fragment. Ik zoek en vind het eerste deel van de Karl May-reeks voor T.. Maar mijn exemplaar is gehavend, de eerste bladzijden
ontbreken; het begint pas met hoofdstuk VII.
*
J.M. Coetzee, In ongenade:
17:
'Je bent erg mooi,' zegt hij. 'Ik ga je uitnodigen om iets roekeloos te doen.' Hij raakt haar opnieuw aan. 'Blijf. Blijf vannacht bij me.'
'Je bent erg mooi,' zegt hij. 'Ik ga je uitnodigen om iets roekeloos te doen.' Hij raakt haar opnieuw aan. 'Blijf. Blijf vannacht bij me.'
Over de rand van haar kopje kijkt ze hem strak aan. 'Waarom?'
'Omdat je dat zou moeten doen.'
'Waarom zou ik dat moeten doen?'
'Waarom? Omdat de schoonheid van een vrouw niet van haar
alleen is. Die is onderdeel van de overvloed die ze in de wereld meebrengt. Ze heeft
de plicht die te delen.'
Maar tegenover de
schoonheid van de vrouw, en haar plicht om die te delen, staat de al even
onontkoombare lelijkheid van de ouder wordende man:
39:
Misschien heeft de jeugd het recht verschoond te blijven van de aanblik van ouderen in hun liefdeskramp. Daar zijn de hoeren per slot van rekening voor: om de vervoering van afstotelijke mannen te verdragen.
Misschien heeft de jeugd het recht verschoond te blijven van de aanblik van ouderen in hun liefdeskramp. Daar zijn de hoeren per slot van rekening voor: om de vervoering van afstotelijke mannen te verdragen.
Ook niet opwekkend:
63:
Hij houdt niet van vrouwen die geen moeite doen er aantrekkelijk uit te zien. […] Zijn hoofd is een asiel geworden voor oude gedachten die, armoedig en zonder emplooi, nergens anders heen kunnen. Hij zou ze eruit moeten jagen, de tent schoonvegen. Maar dat is hem te veel moeite, of te onbelangrijk.