(…) geschrokken gleed zijn voet weg, en als een soort kunstschaatser draaide hij op het laatste moment half om zijn as, waardoor hij naar voren viel maar toch op zijn kont landde, zijn benen knipmessend de lucht in.
Joost de Vries, De
republiek, 23
ǁ
(…) mijn voet bleef achter een boomwortel haken en ik
struikelde, molenwiekend op zoek naar houvast om mijn val te breken.
Roderik Six, Val,
115-116