donderdag 7 januari 2016

vierenvijftig 88



MARC SLEEN / KANTELJAAR

31 december 2015

donderdag

© Marc Sleen
Tessa Vermeiren deelt op Facebook een interview met Marc Sleen, de ‘geestelijke vader’ van stripheld Nero. Hij wordt morgen 93 en getuigt hoe triest het is als overblijver een ontiegelijk gezegende leeftijd te bereiken. Een aangrijpende tekst. Sleen is een van mijn helden. Ik vroeg me onlangs nog af hoe het met hem is. Nu lees ik dat Noël Slangen regelmatig met hem gaat schaken. Dat vind ik tof van Noël. Maar niettemin: wat een eenzaamheid. Ik vind Sleen, die eigenlijk Neels heet, zwaar onderschat als kunstenaar. En hij heeft het er hier niet over, maar ik weet dat het hem steekt: dat Nero de tand des tijds niet overleeft en de nieuwe generatie niet aanspreekt. Overigens is de quote die als titel voor het artikel wordt gebruikt – ‘Oud worden is de enige manier om lang te leven’ – een perfect Sleenisme! In de trant van ‘Als ge begint, dan zijt ge bezig’ of ‘Als het hier nog lang zal duren, zal het rap gedaan zijn’, boutades die we in ‘De avonturen van Nero en C°’ regelmatig zagen opduiken. Dat is ook iets wat van Sleen te weinig wordt erkend: wat hij voor de Vlaamse taal heeft gedaan, en voor de overlevering van een bepaalde Vlaamse volksaard in het algemeen. ¶

Diezelfde Tessa Vermeiren post ook een nieuwjaarsbrief (inmiddels ook verschenen in de krant) en zij is daarin opvallend eerlijk: ‘Ikzelf heb definitief mijn geïdealiseerde kijk op het Midden-Oosten en de moslimwereld begraven. Dat heeft moeite gekost. Als mens van goede wil heb ik decennia lang empathisch gekeken naar die manier van leven en denken. Ik heb – onbewust misschien – alle tekenen miskend die er waren, die ik nochtans moet hebben genoteerd tijdens mijn vele reizen in de Arabische wereld in de afgelopen decennia. De onvrijheid van vrouwen, de harde onverschillige dominantie van mannen, het oog om oog, tand om tand, het onwrikbare geloof in zogenaamd heilige boeken, het afwijzen van wetenschap. Met schaamte moet ik erkennen dat mijn blik versluierd werd door nood aan exotisme, ginder en hier. Ik wilde ook te graag geloven dat iedereen die de overstap maakt naar het westen dat doet omdat hij heil ziet in onze vrijheid en blijheid.’ De voormalige Weekend Knack-hoofdredactrice (op een extreem-rechtse site die haar brief gretig overneemt een ‘voormalig politiek-correcte’ journaliste genoemd) heeft het over de oorlog die voor de deur staat, haar brief is somber. ‘Hoe blijf je een mens onder de mensen in harde tijden als deze? Met respect voor de andere misschien, terwijl je toch de zo nodige lijn in het zand trekt en die waarden blijft verdedigen die essentieel zijn voor het in stand houden van ons maatschappijmodel : vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid. Geïnspireerd door humanisme, al dan niet ondersteund door een religie.’ Vermeiren pleit voor een volgehouden dialoog. Maar die moet verlopen ‘in wederzijdsheid’. ‘Liefde en respect moeten van beide kanten komen.’ Achter deze laatste woorden kan ik mij zeker volledig scharen – maar ik stel tegelijk vast dat het algemene klimaat aan het verharden is. De posities worden ingenomen, ze worden zo nodig geherdefinieerd. Ook de linkerzijde komt terug van de naïeve vrijheid-blijheidgedachte: er moet een lijn in het zand worden getrokken. Ik heb deze verandering al op tal van plaatsen waargenomen. 2015 is wellicht op velerlei manieren een kanteljaar geweest, maar ook in dat opzicht, in de geesten van de mensen. ¶