zondag 10 januari 2016

wolken 1741-1747



wolkenfragmenten uit Colette, Het einde van Chéri

1741
Een nabijgelegen bos beschutte deze stoffige plek tegen een verkoelend briesje, en hoog in de lucht hing doodstil een roodgloeiend wolkje.
De barones klopte haar korte pijp van bruyèrehout leeg op het oor van een marmeren sater.
‘’t Zal wel warm zijn vannacht, in Parijs.’
Chéri knikte bevestigend, en keek omhoog naar het kersrode wolkje. (37)

1742
Hij zuchtte diep, zijn hoofd opgeheven naar de hemel die schuil ging achter wolken en regen (…) (53)


1743
Geen nevelsliert doorkruiste de lucht, maar een minerale wolk, tot stilstand gebracht door zijn eigen zwaarte, hing boven Parijs en zou straks in brand staan, de sombere gloed vertonen van roodheet metaal. (84)

1744
De boosaardigheid van zijn moeder brak het wolkendek open en klaarde de drukkende atmosfeer. (94)

1745
Een grote melkwitte kring, omkranst door een bleke regenboog, nam de plaats in van het hemellichaam en doofde zo nu en dan uit, gesmoord door de voorbijjagende wolken. (99)

1746
Hij bleef staan om te kijken naar de horde lage wolken, van een ondefinieerbaar roze, die over de boomkruinen zeilden, door een windvlaag naar beneden werden gehaald, beetgegrepen bij hun lange nevelharen, verwrongen, over de grasvelden geslierd en vervolgens meegevoerd tot aan de maan… (102)

1747
Zijn spiegelbeeld in een etalage in de rue Royale trof hem recht in het gezicht, van het hoofd tot de voeten, juist op het ogenblik waarop de opklaringen rond het middaguur de regenwolken uiteendreven, en Chéri trad niet in discussie met dit onverbloemde, nieuwe beeld, tegen een achtergrond van modinettes en krantenjongens, en geflankeerd door jade halssnoeren en zilvervossen. (127)