13 januari 2016
woensdag
FORENS / DYSTOPIE
Donkere wolken hangen laag over de kletsnatte akkers,
langwerpige plassen vullen de voren. Druppels glijden langs de ruit en wijzen
naar vanwaar de trein komt. De lichten in het landschap: straatlantaarns
oranje, die van auto's wit en rood weerspiegeld in de natte asfaltlagen, achter
ramen van alleenstaande villa’s het witte licht van de keukens waar de resten
nog staan van te haastige ontbijten. De kinderen zijn weer net op tijd, of te
laat, naar school vertrokken. Het land is verzopen, de dagen duren te kort. Ik
zal ook vandaag weer nauwelijks het daglicht zien. ¶
Het is niet onverdienstelijk gedaan hoor, zeker niet, maar
het soort van claustrofobische dystopie dat Roderik Six in Vloed neerzet,
is al zo vaak gedaan, dat het je met een gevoel van vertrouwdheid en thuiskomen
opzadelt – en dat lijkt me nu net het tegenovergestelde van wat de auteur heeft
proberen te bewerkstelligen. Of zijn strategie zou ironisch moeten zijn, wat ik
betwijfel. Hoewel ik zijn intelligentie zeker niet onderschat. Maar soms krijg
ik de neiging geen zin meer te hebben het per se allemaal te willen volgen.
De ingrediënten van de dystopie zijn ons vertrouwd.
Gevangenschap, een beperkt gezelschap van lieden die aanvankelijk solidair zijn
maar uiteindelijk elkaars concurrenten worden in een nietsontziende strijd om overleving,
een uitzichtloze situatie die wordt veroorzaakt door een wrede vijand, een
natuurramp of een ondoorzichtelijke bureaucratie, een afbrokkelende moraliteit,
eventueel een ontsnappingspoging. In Vloed gaat het om vier jonge mensen
die als laatste mensen in een op een heuvel gelegen studentenhome proberen te
ontkomen aan een alsmaar stijgende waterlijn.
Roderik Six brengt deze beperkte en beklemmende wereld goed
in kaart en hij toont zich een meester in het tekenen van een vernield stedelijk
landschap – al verlang ik van een roman altijd wel dat de wereld die erin wordt
geschapen ruimer is en vensters opent die uitzien op ruimere perspectieven. De
(moraal)filosofische lading van Vloed is ook overtuigend: in precaire
omstandigheden komen onze elementaire omgangsvormen onder druk te staan. De
seksuele en vaak met barre agressiviteit vermengde impuls, de omgang met de
dood, het primitieve overlevingsinstinct, onze al even primitieve behoefte aan
hoop : Six duidt dat alles aan en zet aan het denken.
Maar ik vind het allemaal wat schraal. ¶