23 januari 2016
zaterdag
VEILING / GESANDWICHT
Ik loop even binnen in de verkoopzaal. Er zijn twee
kijkdagen, voor de openbare veiling van maandag. Mannen snuisteren. Ze schatten
de vazen, serviezen, bestekken die op de tafels liggen uitgestald. Het zijn
vooral oudere mannen, dat valt heel erg op. Tegen de muren van de zaal staan
antieke kasten. Ik luister een gesprekje af dat iemand van de veilingzaak voert
met een niet zo ervaren klant. ‘Tien of vijftien jaar geleden,’ zegt hij en hij
wijst een kast aan, ‘zou deze hier zeker 200.000 frank waard zijn geweest. Nu
zullen we blij zijn als we er 200 euro voor krijgen. De hele markt is in elkaar
gezakt. Een kwestie van vraag en aanbod: er wordt heel veel te koop aangeboden
en de belangstelling is gering.’ Ik loop tussen de panelen waaraan schilderijen
zijn opgehangen aan een vleeshaak. Veel brol en derderangsschilderkunst, maar
mijn blik van bescheiden kenner ontwaart toch ook een paar kundig geschilderde
landschapjes. Als zo’n kast maar 200 haalt, dan moet zo’n schilderijtje toch
best te doen zijn? Ik denk dat ik maar eens naar die veiling zal gaan. ¶
S. komt langs. We hebben het over Willem Frederik Hermans.
‘Wist jij dat van zijn zus?’ Neen, ik wist dat ook niet. De zus van Willem
Frederik, Cordelia heette ze, of Corry, pleegde zelfmoord. Dat heeft, volgens
biograaf Willem Otterspeer, WFH danig beïnvloed – wat logisch lijkt. Het doet
S. aan haar vader denken, die tijdens de oorlog twee broers verloor. Een
die een jaar jonger en een ander die twee jaar ouder was. Hij zat dus
gesandwicht tussen twee doden, twee onvervulde verwachtingen – en in die
situatie moest hij het waarmaken. Wat hem behoorlijk gelukt is. Maar hij sprak
nooit over zijn dode broers. Ik hoor S. denken dat ze er misschien niet genoeg
naar gevraagd heeft. (...) ¶