14 januari 2016
donderdag
VIVIAN MAIER
© Vivian Maier / John Maloof |
De bizarre levens- en receptiegeschiedenis van de
Amerikaanse fotografe Vivian Maier zet aan het denken over fotografie, maar ook
over de conventionaliteit van onze levens en de manier waarop die door anderen
worden gepercipieerd.
Er is recent nogal wat te doen geweest om Vivian Maier. Na
82 jaar anonimiteit gaat het opeens heel snel. Opportunisten en academici (het
onderscheid is niet altijd duidelijk) spitten haar leven en nalatenschap uit,
er worden documentaires gemaakt, tentoonstellingen georganiseerd, boeken
geschreven. En haar verhaal doet de ronde: hier wordt een gevoelige snaar
geraakt. Hoe zou dat komen? Wellicht droomt iedereen die zo’n anoniem bestaan
leidt ervan om alsnog een vorm van erkenning te krijgen. Want wat zo herkenbaar
is aan het leven van Maier, is dat ontbreken van erkenning. En bovendien
appelleert het ook dat zij nooit die erkenning heeft opgezocht.
Vivian Maier was haar leven lang een nanny in
welgestelde middenklassegezinnen. Zij had geen familie, of nauwelijks, en haar
afkomst was onduidelijk. Zij kon heel goed met de kinderen die haar werden
toevertrouwd overweg, al kon ze toch ook wel eens streng zijn. Ze ging heel
vaak met de kinderen uit wandelen. Maar deze ondernemingszin diende een dubbel
doel: Vivian fotografeerde graag en veel. Nu ja, de fotografie beoefende zij
obsessioneel – het mag een wonder heten dat er nooit een van de kinderen die zij
onder haar hoede had onder een auto liep. Filmrol na filmrol schoot Maier vol
met haar Rolleiflex-middenformaatcamera en later met een smalbeeldcamera, maar
de meeste van deze negatieven ontwikkelde zij niet eens. Na haar dood werden er
massa’s van dit potentiële fotomateriaal op haar kamer aangetroffen. Dit
erfgoed belandde op een uitverkoop en door een bijzonder toeval kwam een groot
deel ervan (meer dan dertigduizend negatieven!) voor een habbekrats in handen
van John Maloof, een jongeman die genoeg van fotografie afwist om Maiers
fotografie naar waarde te schatten: de kwaliteit van deze foto’s
(straatfotografie, (zelf)portretten, het resultaat van enkele reizen) bleek,
eens door Maloof ontwikkeld, uitzonderlijk. Maloof probeerde de collectie
aanvankelijk op eigen kracht te ontsluiten, maar dat was onbegonnen werk.
Inmiddels heeft Maier museale erkenning gekregen en zullen haar postuum
vervaardigde prints wel aardige prijzen scoren, en John Maloof zit, hoe kon het
ook anders, in juridische procedures verwikkeld.
Fotografiedeskundigen en biografen buigen zich gretig over het leven en werk
van de mysterieuze kindermeid. Waar kwam zij vandaan? Wie heeft haar leren
fotograferen? Heeft zij inderdaad nooit de publiciteit opgezocht? Was zij
psychisch gezond? Waarom bewaarde zij elk spoor dat zij in dit leven trok?
Waarom verzamelde zij kranten, en dan bij voorkeur nog krantenartikels over
bizarre en wrede misdaden? Wanneer bestaat een oeuvre? Bestaat schoonheid
slechts als zij gezien en erkend wordt? Wat leert het geval-Maier elk van ons? Dat
zijn maar enkele van de vragen die dit exemplarische leven oproept. ¶