maandag 11 januari 2016

& 38



INSTORTING

Hét nieuwsbeeld dat ik mij voorneem van 1995 over te houden, is dat van de man die uit de plexiglazen liftcabine van een pas ingestorte grootwarenhuis in Seoul wordt gered. De makers van het jaaroverzicht van Panorama maakten er zeer terecht gebruik van. Het beeld vat welsprekend de toestand samen waarin onze wereld aan het eind van dit millennium verkeert.

De lift, instrument bij uitstek om hogerop te komen, is, afgesneden van zijn drijfkracht, blijven stilstaan. Het warenhuis, tempel van ongebreidelde hebzucht en kunstmatige behoeften, is zojuist tenondergegaan.

Een krachtig symbool natuurlijk: onze consumptiecultuur dreigt te bezwijken onder haar eigen gewicht. Ook zonder de gruwelijke dood van zo’n vijfhonderd kooplustige Koreanen te memoreren, spreekt het tot de verbeelding.

De man in de lift kijkt verbouwereerd. Hij beseft dat hij zijn hachje te danken heeft aan een belachelijk toeval. Als enige in de winkel was hij, door in de lift te hebben plaatsgenomen, niet afhankelijk van de wankele structuur van het veel te goedkoop neergepote en schaamteloos verwaarloosde gebouw.

Een enge basis om op voort te leven is zo’n toeval al bij al, nadat je alles om je heen, de dromen en illusies van een zich vergalopperende beschaving, in het oorverdovende gedruis van enkele fatale seconden hebt zien wegzakken in onbeduidendheid.

Einstürzende Neubauten is de naam van een Duits technogroepje dat zijn publiek niet bepaald een rooskleurig toekomstbeeld voorhoudt. Instortende nieuwbouw, voorwaar een adequaat beeld.

Verschenen in De Standaard van 30 december 1995