Die arrogantie is van alle tijden, en vindt de duidelijkste formulering bij de Duitse filosoof Hegel. Hij meende in de geschiedenis een onafwendbare evolutie te herkennen, met een dwingende interne logica in de richting van een glorieus eindpunt.
Paul Verhaeghe, Autoriteit,
93
ǁ
De Geschiedenis is – als vergissingen, als hartstochten –
een bloedige strijd, en dient te worden teruggeworpen in het duister dat buiten
heerst. Hegel daarentegen wil de Geschiedenis reconstrueren en er de fasen in
zien die de Geest moet doorlopen om zichzelf te veroveren.
Michel Tournier, Dwaze
liefdes, 138