vrijdag
ONTSNAPT / OMGEVALLEN
De achterliggende gedachte bij het heen en weer fladderen
van de ene onheilstijding naar de andere is: ‘Daar zijn we toch maar weer mooi
aan ontsnapt.’ Bomaanslag in Djakarta, methaangasuitstoot in Californië,
kankerdood daags na je 69ste verjaardag: we consumeren gretig deze berichten,
en het bevestigt ons dat we, vooralsnog, in leven blijven. ‘We willen dagelijks
het gevoel hebben, dat we overlevenden en onsterfelijke wezens zijn, vanwege het
contrast, dus vertel ons andere gruwelijkheden, want die van gisteren zijn al
versleten.’ Bovendien sussen we ons geweten: we doen tenminste de moeite om op
de hoogte te blijven. Zie eens hoe we moreel hoogstaander zijn dan een die zijn
kop in het zand steekt en verkiest van niets te weten. (Javier Marías, De verliefden, 41) ¶
Om het historisch perspectief te onderhouden is het soms wel
eens goed om naar al wat oudere teksten te grijpen. Zo trok literatuurcriticus Frank Hellemans in 1994 in de essaybundel Tegen de begijnhofliteratuur jeugdig (37 jaar) van leer
tegen het traditionalisme en de pseudogeleerdheid die in zijn ogen in die
epoche de Vlaamse letteren nog te zeer teisterden. Schrijvers als Herman de
Coninck, Benno Barnard, Kristien Hemmerechts en Benno Barnard, de voltallige NWT-redactie kortom, deugden niet in
zijn ogen. Hellemans had het meer voor Berckmans, De Winter, Möring en Hoste. Pól
Hoste, niet de Geert die op nieuwjaarsdag op uw zenuwen komt werken. Een van de
dada’s van Hellemans was (en is misschien nog altijd, maar dat weet ik niet,
ook al is hij nog altijd voor Knack
actief als literatuurcriticus) de integratie van nieuwe media in de hedendaagse
(toen!, 1994!) letterkunde. Het ging niet op om, zoals een Paul de Wispelaere
(ook NWT!) en een Stefan Hertmans,
voor omgevallen boekenkast te spelen, neen, de Vlaamse schrijver hoorde in zijn
schrifturen de benefieke werkingen van ‘CD-I’ en ‘VR-installatie’ op te nemen.
(Ik lees dit in de ‘Inleiding’ op Hellemans’ traktaat.) We zijn twintig jaar
verder en geen kat weet nog wat een ‘CD-I’ is, of een ‘VR-installatie’. En dat
is natuurlijk grappig omdat die boekenkast waar De Wispelaere en Hertmans uit
putten (‘putten’ in verleden c.q. tegenwoordige tijd) er wél nog staat (want
hij is wel degelijk níet omgevallen). (Frank Hellemans, Tegen de begijnhofliteratuur) ¶