Achter de geheugengrens van Eduard Douwes Dekker bevond zich de Amsterdamse Korsjespoortsteeg. Multatuli heeft bijna zijn hele leven gedacht dat hij geboren was aan de Haarlemmerdijk en daar ook tot zijn vertrek naar Nederlands-Indië, in 1838, had gewoond. Blijkbaar heeft niemand hem ooit zijn geboortehuis gewezen. Zijn ouders niet, en ook zijn zuster en oudere broers niet, tenzij hij het vergeten was of verdrongen had. Maar al had hij het geweten, het was evengoed uitgesloten geweest dat hij zich van de Korsjespoortsteeg iets zou kunnen herinneren.
Dik van der Meulen, Multatuli,
68 (dwarsliggereditie)
ǁ
Omdat hij weleens wilde weten ‘hoe Nederland de
nagedachtenis zijner grote mannen eert’, is Hermans kort daarop naar het
geboortehuis van Multatuli gegaan. Dat bezoek heeft hij nauwkeurig beschreven
aan oom P.C., in een echte literaire brief. ‘Het huis moest zich bevinden in de
Korsjespoortsteeg naast een loodgieter, dat had ik op een foto eens gezien en
het nummer wist ik niet. De wandeling erheen was heel mooi, wat voornamelijk in
de Herengracht zat, waar ik een heel eind langs moest lopen. De
Korsjespoortsteeg zelf was niet zo nauw en ook niet zo vies als ik mij dat
voorgesteld had. Onwillekeurig kreeg ik zo’n idee dat de hele zaak er bezaaid
zou zijn met half afgeknauwde broodkorsten. Aan het huisje zelf was niets
bijzonders te zien: het was net eender als alle andere oude huisjes die niet al
te fraai zijn. (…)’
Willem Otterspeer, De
mislukkingskunstenaar. Willem Frederik Hermans. De biografie deel I, 164
(Otterspeer citeert Hermans)