wolkenfragmenten uit Olga Tokarczuk, De rustelozen
3480
Van achter de witte wolken
komt de zon tevoorschijn, opeens wordt het erg warm. (37)
3481
In zijn slaap hoort hij water dat
traag uit de hemel druppelt en even later in een krachtige, korte wolkbreuk
overgaat. (40)
3482
Met genoegen stelde hij vast dat ze
na een tijdje kalmeerden, gingen zitten en toekeken hoe de hemel opklaarde en
tussen de wolken door prachtige bundels licht in de zee wierp. (105)
3483
Toen de lelijke soldaten lachend
Jezus’ kleren verdeelden verschenen beelden van alle mogelijke rampen, die stuk
voor stuk uit natuurdocumentaires waren geknipt en met een druk op de knop in
de film waren geplakt: wolken die in versneld tempo samenpakten,
bliksemschichten en de hemel, een naar de aarde gerichte trechter, een
wervelwind, de vinger van God, die vanaf nu krullen op het aardoppervlak zou
tekenen. (111)
3484
Ze werden geïllustreerd door
beelden van bergen, de zee, wolken, planten en dieren. (112)
3485
Maar even later, toen ze weer
buiten stonden, waar de zon alle wolken had verdreven, durfden ze weer
luider te praten en de genodigden, onder wie ook wij, gingen naar het
stadsbestuur voor het banket dat voor deze gelegenheid was aangericht. (220)
3486
Hij keek door het raam en wees met
zijn ogen naar de verblindend felle wolken onder ons (…) (247)
3487
Maar de jongen verplaatst zijn blik
altijd naar de hemel, laat die bij de onderbuik van de wolken hangen en
reist met hen mee tot ze uit zijn gezichtsveld verdwijnen. (252)
3488
Wanneer ze vlak voor het donker
wordt nog een keer langs dezelfde plek komt, ziet ze hoe de laagstaande zon
heel even, gedurende een paar minuten, van achter de witte wolkenkluwens
tevoorschijn komt en de flatgebouwen met zijn rode schijnsel belicht, echter
alleen de toppen, de bovenste verdiepingen; het ziet eruit alsof er enorme
fakkels branden. (273)
3489
Elke dag speurden ze de horizon af
op zoek naar dat land en vervielen ze steeds in dezelfde fout: ze hielden de wolken
voor vasteland. (293)
3490
Vanaf dat ogenblik voer de
Endeavour recht voor zich uit en mijl na mijl zagen ze het vasteland van achter
de wolken tevoorschijn komen.
(294)
3491
‘Verheven’, een grappig, oud woord,
komisch in deze context, want ze was echt verheven tot op de hoogte van de wolken. (301)
3492
Het is een vochtige winter, vanuit
het westen zitten zware, donkerbuikige wolken hen achterna, het gaat
vast sneeuwen. (340)
3493
Ze installeerden zich in hun
slaapzak tussen de stenen op het mos, en toen de sneeuwwolken waren
verdwenen en de ijskoude, met sterren bezaaide hemel tevoorschijn kwam, zagen
ze dat de lavastenen gezichten hadden gekregen en dat alles begon te
fluisteren, mompelen en ritselen. (392)