zaterdag 30 november 2019

vorig jaar 22


181129
(…) * (…) * (…) * (…) *

181130
(…) We praten (…) honderduit. Vooral over werken (…). Nu moet het gebeuren, zegt hij, en ik herinner hem er wreed aan dat hij over zeven jaar zeventig is. Wat wil je nog bereiken, vraag ik. Hij wil (…). Daar acht ik hem zeker toe in staat. (…) Ik vertel hem over mijn langlopende projecten – Proust, de blog, mijn autobiografie – en dat ik wil dat daar materiële, analoge sporen van overblijven. Vervolgens hebben we het over de vrouwen, liefde, seks. (…) Ja, dat is ook een mogelijkheid. * (…) Ik begin meteen in Contouren en inderdaad, H. had gelijk: het spreekt me aan. Rachel Cusk schetst het portret van een vrouw als het ware ex negativo, vanuit de ontmoetingen die ze heeft. De tweede ontmoeting is die met een oudere joodse man op het vliegtuig. Hij vertelt haar, de ik-figuur, over zijn leven, meer bepaald over zijn eerste huwelijk. Dat verliep harmonieus, tot het echtpaar struikelde over een bagatel. Sindsdien kan hij niet anders dan aan die tijd terugdenken als de enige tijd waarin hij in de liefde heeft geloofd. Een geslaagde liefde is vergelijkbaar met wat in een roman gebeurt: je vergeet dat het niet waar is, dat het niet kan. Harmonieuze liefde is, zoals bij geslaagde fictie: suspension of disbelief. Indien dat doorbroken wordt, is het onmogelijk om naar zo’n begenadigde staat terug te keren, hoezeer ook je dat wilt. ‘Nooit had hij sindsdien nog zo in iets kunnen opgaan, zo in iets kunnen geloven.’ (16) * (…) *