donderdag 21 november 2019

LVO 66



Ik had niet verwacht dat mijn moeder zo vlot haar medewerking zou verlenen. Ik kreeg zelfs de indruk dat ze blij was met mijn plotse belangstelling, ja zelfs dat ze er op had gewacht. Ze ging, na een korte aarzeling die allicht was ingegeven door onwennigheid en door het feit dat ze het niet gewoon was om vragen zoals ik er stelde te beantwoorden, met plezier tot zeventig jaar terug en vroeg niet wat ik met mijn notities beoogde. Het deed haar goed om herinneringen op te halen aan een tijd die, mochten ze niet meer worden opgeroepen, zo besefte ik, onherroepelijk samen met haar zouden verdwijnen.

Een enkele keer maakte zij allusie op haar nabije dood, en dat zij nu het nog kon haar verhalen moest vertellen. Maar zij scheen het niet erg te vinden. De vreugde om de aandacht die ik haar schonk, woog kennelijk zwaarder door dan het akelig vernauwende perspectief waarin zij, een oude en eenzame vrouw van 78 jaar, na een hard en triest maar af en toe toch ook eens mooi leven amechtig naar adem snakte.

Ik luisterde en tekende op en werkte uit. Ik hielp mijn moeder bij het vinden van namen, leidde haar weg van bijkomstigheden, onderbrak haar voorzichtig en beleefd wanneer zij in herhaling dreigde te vallen. Het leverde interessante verhalen op. Mooie verhalen ook. Sommige herkende ik – blijkbaar had mijn moeder er dan toch, ooit eens, over verteld en was ik ze in de loop der jaren vergeten, om nu met een markant detail te blijven haken aan een geheugenspoor zodat het hele verhaal zich al na enkele woorden sneller voor mijn geestesoog ontplooide dan mijn moeder het vertellen kon.

Na een drietal sessies begon ik te merken dat ze snel uitgeput raakte. Dat ze al eens aan eenzelfde anekdote begon. Alles bij elkaar bleek het verhalenarsenaal waarover zij beschikte bedroevend – en schrikbarend – onomvangrijk. Ik besefte dat ik inderdaad niet veel langer had mogen wachten met mijn initiatief. Ja, het kwam eigenlijk al te laat.

(wordt vervolgd)
Lees hier LVO vanaf het begin