Ik had niet verwacht dat mijn moeder zo vlot haar
medewerking zou verlenen. Ik kreeg zelfs de indruk dat ze blij was met mijn
plotse belangstelling, ja zelfs dat ze er op had gewacht. Ze ging, na een korte
aarzeling die allicht was ingegeven door onwennigheid en door het feit dat ze
het niet gewoon was om vragen zoals ik er stelde te beantwoorden, met plezier
tot zeventig jaar terug en vroeg niet wat ik met mijn notities beoogde. Het
deed haar goed om herinneringen op te halen aan een tijd die, mochten ze niet
meer worden opgeroepen, zo besefte ik, onherroepelijk samen met haar zouden
verdwijnen.
Een enkele keer maakte zij allusie op haar nabije
dood, en dat zij nu het nog kon haar verhalen moest vertellen. Maar zij scheen
het niet erg te vinden. De vreugde om de aandacht die ik haar schonk, woog
kennelijk zwaarder door dan het akelig vernauwende perspectief waarin zij, een
oude en eenzame vrouw van 78 jaar, na een hard en triest maar af en toe toch
ook eens mooi leven amechtig naar adem snakte.
Ik luisterde en tekende op en werkte uit. Ik hielp
mijn moeder bij het vinden van namen, leidde haar weg van bijkomstigheden,
onderbrak haar voorzichtig en beleefd wanneer zij in herhaling dreigde te
vallen. Het leverde interessante verhalen op. Mooie verhalen ook. Sommige
herkende ik – blijkbaar had mijn moeder er dan toch, ooit eens, over verteld en
was ik ze in de loop der jaren vergeten, om nu met een markant detail te
blijven haken aan een geheugenspoor zodat het hele verhaal zich al na enkele
woorden sneller voor mijn geestesoog ontplooide dan mijn moeder het vertellen
kon.
Na een drietal sessies begon ik te merken dat ze snel
uitgeput raakte. Dat ze al eens aan eenzelfde anekdote begon. Alles bij elkaar
bleek het verhalenarsenaal waarover zij beschikte bedroevend – en schrikbarend
– onomvangrijk. Ik besefte dat ik inderdaad niet veel langer had mogen wachten
met mijn initiatief. Ja, het kwam eigenlijk al te laat.
Lees hier
LVO vanaf het begin