dinsdag 12 november 2019

vorig jaar 7


181111
De groepsdwang en het conformisme die de gedenkdag kenmerken. We moeten en zullen allemaal in de pas lopen en herdenken dat het vandaag precies honderd jaar geleden is dat er een eind kwam aan de Eerste Wereldoorlog. De hele dag houden radio en televisie en kranten ermee bezig. Overal worden dezelfde experten opgevoerd. We moeten rode poppies dragen. De straten van Ieper lopen al vol van zes uur ‘s ochtends, wanneer onder de Menenpoort een doedelzakspeler van jetje geeft. Op de begraafplaatsen lopen honderden mensen rond – alsof ze daar niet elke andere dag van het jaar in veel betere omstandigheden gelegenheid toe hebben. De herdenkingsplechtigheid onder de Menenpoort wordt rechtstreeks uitgezonden. De hele ceremonie schurkt voortdurend tegen de kitsch, het protserige en het belachelijke aan (vooral met die twee N-VA-excellenties naast de koning en een premier die nog maar net voor miljarden oorlogstuig heeft aangekocht), maar toch, ik kan het niet helpen, ontroert de plechtigheid me: de klaroenblazers die The Last Post brengen, Ozark Henry met een versie van Bowie’s Heroes, de kransen waarvan, bij het leggen, al bloemen op de grond vallen, de rode snippers die uit de lichtgaten naar beneden dwarrelen, het koningspaar dat aan een gammel houten tafeltje het gulden boek ondertekent. * (…) Human Flow van Ai Wei Wei. Dat lijkt me dan wel een zinvolle 11 november-activiteit. Maar vrolijk wordt een mens er niet van. (…) * Ik begin in Heel de tijd van Leo Pleysier, een ‘sprinter’ die ik gisteren uit de bibliotheek meenam. Het is lang geleden dat ik nog iets van hem las, ik wil weten waar hij nu staat. De titel sprak mij aan, het dubbelzinnige ervan. Doet me denken aan Lang geleden van Kristien Hemmerechts – maar ik vind de titel van Pleysier beter. Er zitten drie lagen in: alle tijd van een heel leven, genees de tijd, en ‘heel de tijd’ zoals in ‘ze zijn de hele tijd bezig’, het duurt al veel te lang. *