zaterdag 23 november 2019

vorig jaar 16


181123
Revalidatie. Ik besluit dat het de laatste keer is geweest. De vorderingen die ik nog maak, zijn te klein geworden, nauwelijks meetbaar. Dat resultaat kan ik thuis of in het zwembad om de hoek ook bereiken. De inspanning die ik ervoor moet leveren, en de tijdsinvestering, wegen er niet meer tegenop. Ik neem afscheid van Stephanie, de karatewereldkampioene van 1997, en van Kathleen, de kinesiste met de grijze bles, het korte haar, de sierlijk gevormde neus en de slanke leest die altijd zo liefdevol tijdens het mobiliseren van mijn schouder mijn arm tegen haar borst vleide – ik voelde dan in die arm de zachtheid van haar boezem, en dat vond ik zeker niet erg. Het ging om die zachtheid, en om de spanning die ontstond doordat ik er mij bewust van was, dat zij die arm tegen haar borst vleide, en doordat ik mij tegelijkertijd afvroeg of zij zich daar ook bewust van was, eventueel ook van het feit dat ik mij daarvan bewust van – enzovoort, dat heerlijk-duizelingwekkende spiegelpaleis van de erotiek, dat seksuele Droste-effect. Ik dankte Kathleen voor de goede zorgen. Ik zei haar dat haar positieve uitstraling me zo goed had gedaan – en dat compliment deed haar zichtbaar deugd. Het is wederzijds, zei ze. Ik weerlegde het niet, maar ik kreeg er wel een krop in mijn keel van. Het ga je goed, zei ik nog. Jou ook, zei zij. En we gingen uit elkaar. Ik keek nog om toen ik de zaal uitstapte, maar ze was al druk bezig met haar volgende patiënt. * Erotische scène bij Verbeke Dertig dagen, hoofdstuk 19 (waarom, overigens, loopt de hoofdstuknummering omgekeerd, van 30 naar 1?). Gewaagd, maar geslaagd. Heikel genre! * (…) Dat zeg ik dan wel: dat mensen vaker zouden moeten zwijgen of toch minstens eens goed zouden moeten nadenken vooraleer ze iets zeggen. (…). * (…) Ik denk, als je ooit nog verlegen zit om een onderwerp voor een volgend boek, dan moet je gewoon je eigen geschiedenis vertellen. (…) * ‘(…) als blijkt dat iemand het bij herhaling niet goed met je voorheeft, dan hoef je niet langer je best voor hem te doen, dan mag je je rug naar hem keren.’ (Annelies Verbeke, Dertig dagen, 150) Annelies Verbeke, die vaak bijzonder grappig is. Zoals op bladzijde 154 van haar boek. Buurman Gewijde (een knipoog naar Gwij Mandelinck ongetwijfeld) vindt dat zijn buurman er goed uitziet. ‘En jij komt op tv en zo!’ Buurman van buurman ontkent: hij komt helemaal niet op tv. Waarop buurman: ‘Ah nee? Had jij geen talkshow?’ * Het had een scène uit een niet eens zo slechte film kunnen geweest zijn. Zij met een lange mantel, kort geknipt, modieuze bril. Hij die met een hoed op op haar afstapt. Ze ontmoeten elkaar halverwege het pad, omhelzen elkaar. Hij kust haar op de wang, zij ergens de lucht naast zijn hoofd. Ze praten wat over koetjes en kalfjes, en dan komen ze ter zake. (…) De boodschap is duidelijk. Er is geen interpretatie meer mogelijk. Ze stappen nog wat verder. De boodschap is zo duidelijk dat elke discussie nutteloos geworden is. Ze bevinden zich meteen op een ander niveau – alle mogelijke ruzie en onenigheid is in één klap achter de rug. Ze kunnen mild en rustig praten over de ontbinding van hun relatie, over de onmogelijke liefde, over het onrealistische van zelfs maar een vriendschap. Ze maken nog een klein ommetje, van niet meer dan honderd meter, en keren dan terug naar de brug. Waar zij naar rechts moet en hij naar links. Ze nemen afscheid. Het gebaar is nog losser en onfysieker dan de begroeting. Hij weet dat hij haar niet spoedig zal terugzien. Hij kijkt nog even om en ziet hoe zij haar telefoon consulteert. En vervolgens stapt hij op huis af: traag, verkrampt, verlaten. * Wat een ongelooflijk saaie miskleun is die film Jackie toch. Er komt geen schot in de zaak en ik houd het na drie kwartier voor bekeken. *