Ze zijn klokvast, zowel ’s ochtends als ’s avonds. Op hun
vaste tijd komen ze aangevlogen, ze maken een halve of een driekwartcirkel
boven de buurt en zetten, bijsturend en luid gakkend, hun landingsmanoeuvre in.
Al bij al is dat langwerpige Stil Ende niet zo’n comfortabele landingsstrook,
tussen die hoge bomen en de tot drie verdiepingen hoge huizen met nog zo’n
zadeldak erbovenop. Daartussen laverend laten de Canadese ganzen hun
landingsgestel uit en spreiden ze hun vleugels zo wijd mogelijk. Ze sturen bij.
Zwemvliespoten vooruit landen ze op het water en begroeten de gekortwiekte zwanen
die de voorbije nacht trouw ter plekke zijn gebleven.