120823 Een wandeling naar de bakker, heen en terug nauwelijks een
halve kilometer, levert heel wat op als je je ogen opentrekt. Een vogelkooi in
een open raam terwijl hoog in de lucht een visarend tussen twee wolkenformaties
door grote cirkels trekt; een oude man die aan een jonge rugzaktoerist de weg
uitlegt naar iets wat blijkbaar aan de andere kant van de stad gelegen is want
hij maakt ronde gebaren – als ze uit elkaar gaan, geeft de jongeman de
behulpzame bejaarde een hand; een zeer mooie vrouw van een jaar of veertig die,
slank en rank en in een zwarte jurk gehuld, wat mooi uitkomt tegen haar
gebronsde huid, met een bejaard koppel staat te praten – uit het weinige dat
ik, en passant, opvang, kan ik
opmaken dat het over mensen gaat die aan de overkant van de straat wonen of
gewoond hebben, dit zijn de momenten waarop je verneemt wie al jaren op tien
meter van jouw bed woont, werkt, vrijt, en dit verhaal zal vele jaren meegaan
want het is het énige, tot het ook vergeten wordt; twee oude wijven die bij de
bakker olijk staan te kletsen; arbeiders die een stelling opzetten tegen een
gevel van een herenhuis – niet om die gevel op te kalefateren want dat is
duidelijk nog maar net gebeurd, maar wellicht om het houtwerk te schilderen,
hopelijk in een mooier kleur dan het huidige paars; een tegen de muur gekleefd
A4-tje met daarop de foto van een vermiste kat, een telefoonnummer en een
dt-fout; wat verder een bede om op het raam te ‘tikken’ omdat de bel het niet
meer doet; een meisje met shorts en lage, uitwaaierende laarsjes dat op het
trottoir in mijn richting stapt maar dan plots, nog voor ze mij heeft bereikt,
rechtsomkeert maakt: ze heeft blijkbaar iets
vergeten; een kauwgumbellen blazend zwart meisje met artificiële
haardos; een bestelwagen met het opschrift ‘zon en aarde’; jonge meisjes,
waarvan eentje met al een stevig gevormde boezem, die skeeleren in het park.
Enzovoort, enzovoort. Een mannelijke blik, onmiskenbaar. Het meisje op het
trottoir had stevige maar mooi gevormde benen en een kleine groene tatoeage in
de nek. Ik vraag me af of die rugzakjongen de goede richting is uitgegaan.