1 (627)
Op het landgoed van Levin is
het deze zomer een invasie: behalve zijn halfbroer de geleerde Sergej
Ivanovitsj, zijn ook Kitty’s zus Darja, haar kinderen en gouvernantes en
moeder, alsook haar buitenlandse vriendin en halve heilige Varenka te gast.
Stepan Arkadjitsj moet werken en komt af en toe voor een paar dagen over. Levin
voelt zich bij deze invasie van niet-verwanten een beetje vervreemd. Het lijkt
erop dat er zich tussen Varenka en Sergej ‘een zeker iets’ (629) aan het
ontwikkelen is.
2 (629)
De vrouwen maken jam en
beraadslagen over wat je het personeel het beste cadeau kunt doen. Ze hebben
het natuurlijk ook over Varenka en Sergej. Naar aanleiding van het verwachte
aanzoek van Sergej, halen ze herinneringen op aan hun eigen ontmoetingen met
hun echtgenoten. Ze concluderen dat alle mannen jaloers zijn op vorige liefdes
– zoals ook Kitty en Varenka een teleurstelling achter de kiezen hebben. De
vrouwen beklagen Anna. Levin komt binnen en merkt dat er onrechtstreeks over
hem is gesproken.
3 (635)
Levin, alleen met Kitty op
de landweg, voelt ‘het genot van de intieme, van elke zinnelijkheid gespeende
nabijheid van een geliefde vrouw’ (635). Ze spreken over Sergej, die volgens
Levin niet verliefd kan worden omdat hij helemaal vergeestelijkt is en gelukkig
is omdat ‘zijn leven is gewijd aan de plicht’ (636). Levin is ontevreden over
zichzelf omdat hij niet volledig voor zijn werk leeft. Dat komt door zijn
geluk. Kitty vraagt zich af of Sergej Varenka een aanzoek zal doen. Ze doen de
test met de bloemblaadjes.
4 (638)
Sergej is in de ban van zijn
bekoring voor Varenka. Hij overweegt wat hem te doen staat. ‘Als ik alleen met
mijn verstand zou kiezen, zou ik niets beters kunnen vinden.’ (640) Varenka
verenigt in zich alle eigenschappen die volgens Sergej een goede vrouw hoort te
hebben. Zijn besluit staat vast.
5 (641)
Het aanzoek komt er niet. In
de plaats daarvan beginnen Varenka en Sergej over paddestoelen. Thuis overweegt
Sergej dat het maar beter is zo: ‘Hij mocht de herinnering aan Marie niet
ontrouw worden.’ (643)
6 (643)
Aankomst van Stepan
Arkadjitsj en Vasenka Veslovski, een volgens Levin overbodige gast. Levin
ergert zich aan de hypocriete manier waarop Stepan zijn vrouw Dolly begroet:
‘Wie zou hij gisteravond met die lippen hebben gekust?’ (647) En aan de
hypocrisie van Sergej: hij weet heel goed dat Sergej Stepan niet kan uitstaan
en toch begroet hij hem vriendelijk. En zelfs Varenka’s vriendelijke begroeting
van Vasenka Veslovski staat hem tegen. En ook die van Kitty. Levin verlaat het
gezelschap, dat hem plots tegenstaat, en gaat werken.
7 (648)
Het gezelschap spreekt met
sympathie over Anna. Kitty is gecharmeerd door Veslovski, Levin is jaloers.
Terwijl Stepan en Veslovski buiten staan te zingen, vaart Levin uit tegen
Kitty. Zij weet hem te overtuigen dat zijn jaloezie ongegrond is.
8 (653)
De heren vertrekken op
tweedaagse jacht. Levin vindt, nu hij weet dat hij ten onrechte jaloers is
geweest, Vasenka Veslovski nu wel een geschikte kerel.
9 (656)
De jacht. Er gebeurt ei zo
na een ongeluk – de kogel verdwijnt in de grond. De jagers reageren schutterig.
Vasenka Veslovski doet een stommiteit met de koets en gaat ‘voor straf’ op de
bok zitten mennen.
[Als Tolstoj naar een climax
toewerkt, dan doet hij dat wel heel opzichtig. Maar komt er wel een climax?
Bijvoorbeeld in de vorm van een jachtongeluk?
10 (660)
Levin overpeinst ‘hoe hij
van Vasenka verlost zou kunnen worden om ongestoord te kunnen jagen’ (660) en
hij ziet hoe Stepan er net zo over denkt. En wat verder houdt hij de richting
van Vasenka’s loop in de gaten. Hij herinnert zich ook dat Kitty bij het
afscheid zei: ‘Pas op dat jullie elkaar niet doodschieten’ (661).
[Tolstoj doet hier wel zeer
nadrukkelijk. Ook door drie keer het woord ‘onwillekeurig’ te gebruiken.
Stepan schiet raak, Levin
mist voortdurend, en dat is Vasenka’s schuld. Denkt hij, want als Vasenka even
verdwijnt om bij de boeren vodka te drinken, blijft hij missen.
12 (670)
Levin vertrekt voor dag en
dauw alleen op jacht. Nu verloopt alles veel beter dan de dag voorheen.
[Tolstoj laat de hond Laska
nadenken! (673)
13 (674)
Levin keert terug naar zijn
vrienden. Er is een briefje van Kitty: de vroedvrouw Marja Vlasjevna is op
bezoek.
[Is deze Marja Vlasjevna
dezelfde als deze die op (521) genoemd wordt als een van de vrouwen die
aanwezig is in de kerk bij het huwelijk van Kitty en Levin?
Er wordt gegeten en de
jagers keren terug: moe maar tevreden. Levin is tevreden dat hij de
vijandigheid ten aanzien van Vasenka heeft kunnen ombuigen tot gevoelens van
vriendschap.
14 (676)
Levin is helemaal niet
opgetogen over de voorbereidingen voor de geboorte. Hij is opnieuw jaloers voor
wat hij meent te zien dat er zich afspeelt tussen Kitty en Vasenka. Ze hebben
het over Anna, ‘en of men de liefde hoger mocht stellen dan de wereldse normen’
(678). Levin barst weer uit in woede, en weer komt het tot een verzoening.
[processie van
Echternach!
15 (680)
Levin besluit in overleg met
Dolly om Vasenka het huis uit te zetten. Hij deelt Vasenka zijn beslissing mee
terwijl hij een stok kraakt: de agressie wordt gekanaliseerd! De beslissing
wordt uitgevoerd en door de anderen met gemengde gevoelens onthaald – maar ’s
avonds is de sfeer alweer opperbest.
16 (684)
Dolly reist naar Anna. De
reis duurt veertien uur en ze heeft dus tijd om na te denken. Over de kinderen,
over hoe haar zwangerschappen haar lichaam hebben verwoest. Het ware misschien
beter geweest dat er geen kinderen zouden zijn. Dat is een afschuwelijke
gedachte, ‘maar ze kon niet ontkennen dat in deze woorden een kern van harde
waarheid school’ (688). Dolly overweegt ook dat ze misschien beter had gedaan
wat Anna heeft gedaan, toen het nog kon. Maar nu is ze te oud om haar man te
verlaten. Of niet?
17 (689)
Dolly komt aan bij het
landgoed van Vronski. Vasenka is nu hier, hij rijdt te paard samen met Anna.
Dolly is niet blij met de aanwezigheid van prinses Varvara, een tante van
Stepan. Dolly vindt dat Anna er goed uitziet. Zij is ‘onder de indruk van die
tijdelijke schoonheid die vrouwen slechts op een moment van liefde plegen te
hebben’ (692).
[Een groepje boeren slaat
het tafereel gade en levert commentaar als een Grieks koor.
[Het gebruik van dialect,
verhaspelde taal, zelfs verhaspeld Frans – prominage
(693) – door gewone lieden.
18 (693)
Anna zegt dat ze gelukkig
is. Maar als Dolly wat later zegt dat ze haar vriendin is om wat ze is en niet
om wat zij zou willen dat zij was, begint ze te huilen. Anna geeft uitleg over
de manier waarop Vronski het bedrijf beheert. Ze leven in grote welstand. Anna
zegt opnieuw hoe gelukkig ze is en: ‘ik wil niemand kwaad doen behalve mijzelf’
(697).
19 (697)
Dolly vergaapt zich aan de
luxe. Ze krijgt Annoesjka als dienstmeisje. Anna komt binnen. Ze heeft weer
haar masker op ‘waarmee ze als het ware de deur naar de afdeling waar zich haar
gevoelens en diepste gedachten bevonden, afsloot’ (698). Anna stelt voor de
tweede keer en even later een derde keer een diepgaand gesprek over haar
situatie uit. Dolly merkt dat er in de verhoudingen met het personeel een
onaangename sfeer heerst. Anna lijkt als moeder niet bijzonder aanwezig bij
haar jongste kind. Anna geeft een summiere toelichting bij elk van de leden van
haar hofhouding: ‘Une petite cour’
(701).
20 (701)
Dolly bij prinses Varvara.
De prinses zegt dat ze vindt dat het haar plicht is ‘om [Anna] in deze uiterst
moeilijke overgangsperiode bij te staan’ (701). Het gezelschap besluit een
wandeling te maken en daarna te roeien. Dolly, die Anna bewondert – ‘Zoals dat
trouwens vaker voorkomt bij vrouwen met een onberispelijke moraal die de
kleurloosheid van hun standvastige leven beu zijn’ (702) –, praat met Vronski
over zijn werk op het landgoed en over het ziekenhuis dat hij er opricht. Dolly
bewondert zijn enthousiasme en ‘begreep hoe Anna op hem verliefd had kunnen
worden’ (706).
21 (706)
Vronski zorgt ervoor dat hij
met Dolly alleen is. Hij maakt zich zorgen over Anna. Dolly vraagt zich af of
Anna werkelijk gelukkig is. Vronski wil dat Anna de scheiding aanvraagt. Alleen
zo kunnen de kinderen die hij met haar heeft zijn erfgenamen worden. Vronski
vraagt Dolly Anna hiervan te overtuigen. Dolly beseft dat het moeilijk zal zijn
aangezien Anna altijd het onderwerp lijkt te vermijden.
[Het onheilspellende pars
pro toto ‘zijn kalende hoofd’ (706).
22 (210)
Dolly bewondert de luxe en
de perfecte organisatie van het diner. Anna kwijt zich voortreffelijk van haar
taken als gastvrouw: ze probeert iedereen bij het gesprek te betrekken. Dolly
vindt het niet zo aangenaam dat Anna koketteert. Ze stelt vast dat Vronski hier
veel luchtiger mee omgaat dan Levin, die jaloers was op de minste blik van
Kitty. Op een gegeven ogenblik wordt het conservatisme van Levin gehekeld.
Vronski vindt dat je je moet inzetten voor de gemeenschap door te zetelen in
allerlei besturen. Dolly ziet aan Anna’s reactie dat Anna wellicht vindt dat
Vronski zich te veel engageert. Het gezelschap gaat na het eten tennissen.
Dolly voelt zich bij dit alles ongemakkelijk.
23 (717)
Dolly probeert Anna de
boodschap van Vronski over te brengen. Anna vertelt haar dat ze geen kinderen
meer kan krijgen na haar ziekte. Het is niet duidelijk of ze onvruchtbaar is
dan wel of ze geen seks meer heeft met Vronski. Blijkbaar gaat ze ervan uit dat
zijn liefde voor haar, zeker als ze niet getrouwd zijn, niet zal blijven duren.
Hier wordt gesuggereerd dat het huwelijk er is om de tijdelijkheid van de
seksuele aantrekkingskracht te compenseren. Door ongehuwd samen te wonen, wordt
een heel waardensysteem overhoop gehaald.
[De schroom van Tolstoj om
het thema seksualiteit uit te werken, komt de duidelijkheid niet ten goede.
[Voorspelling: ‘ik zal geen
kinderen meer krijgen’ (719).
24 (722)
Anna verklaart waarom ze de
scheiding niet kan aanvragen. Hoe dan ook zal ze niet verkrijgen wat ze
eigenlijk wenst: zowel Vronski als Serjozja. Daarom laat het haar allemaal koud
en is ze, zoals ze nu in tegenstelling tot eerder op de dag zegt, ongelukkig. Dit alles werpt voor Dolly
een nieuw licht op haar eigen bestaan, met haar man en kinderen. Ze keert
vroeger terug. Haar koetsier is niet te spreken over de gierigheid bij Vronski.
[Voorspelling: ‘op de een of
andere manier zal er wel een eind aan komen’ (723).
25 (725)
Anna en Vronski leven nu
helemaal geïsoleerd. Anna houdt zich bezig met lectuur en met het ziekenhuis.
En met haarzelf en haar relatie met Vronski. In die mate dat Vronski, die heel
goed bezig is met zijn bedrijf, zich bekneld begint te voelen. De onenigheid
bereikt een hoogtepunt wanneer hij wil vertrekken naar de ‘adellijke
verkiezingen in het gouvernement van Kasjin’ (727). Vronski voelt dat Anna doet
alsof ze het goed vindt, maar hij besluit: ‘In ieder geval kan ik haar alles
geven maar niet mijn onafhankelijkheid als man’ (728).
26 (728)
Levin vertrekt ook naar
Kasjin. Hij moet er zaken regelen maar hij komt in een administratieve molen
terecht. Maar sinds hij gehuwd is, heeft hij geleerd geduldig te zijn. De
verkiezingen zijn een kans om een progressievere figuur aan het bewind te laten
komen.
[Dit hoofdstuk over de
politieke bijeenkomst is bijzonder rommelig geschreven.
27 (732)
Op de verkiezingsbijeenkomst
is de adel verdeeld in jongeren en ouderen. Maar die tweedeling verloopt niet
gelijk met de verdeling over de oude en de nieuwe partij. Levin begrijpt niet
veel van de politieke discussies.
28 (734)
Er wordt zeer
hartstochtelijk en niet altijd op een even ordentelijke manier gediscussieerd.
De nieuwe partij wint het dispuut. Levin stemt mee maar beseft nauwelijks wat
hij doet. Hij is gevoelig voor het aanwenden van emoties in de discussies, meer
dan voor de argumenten. De nieuwe partij beschouwt alle stemmers, ook diegenen
die dronken zijn, als goede stemmers.
[Tolstoj spot met het
politieke bedrijf.
29 (739)
Levin probeert de gasten op
het verkiezingscongres te ontlopen. Een van de figuren die net als Levin aan de
kant blijft staan, zegt over de verkiezingen: ‘Het is een decadent instituut
dat alleen maar in beweging blijft door de kracht van de inertie.’ (741) Ze
zijn het erover eens dat ze het landbouwbedrijf alleen maar voortzetten omdat:
‘Het is een soort plicht die je tegenover de grond voelt.’ (742) Ze zullen geen
boomgaard kappen om er planken van te maken.
30 (743)
Levin oog in oog met
Vronski. Hij zegt over politiek alleen maar knullige dingen die duidelijk maken
dat hij er niets van begrijpt. Hij stemt bovendien verkeerd. Hij trekt zich
terug in de keuken: bij de bedienden voelt hij zich beter op zijn gemak.
Nevedovski wordt tegen zijn zin verkozen.
[Wat wil Tolstoj hier
duidelijk maken? Dat als zelfs Levin, die toch boeken schrijft, het niet
verstaat, democratie echt niet besteed is aan een domme onderklasse?
31 (748)
Vronski heeft tijdens het
verkiezingscongres zijn status aanzienlijk verhoogd – zo blijkt op het diner
achteraf – en hij heeft de smaak voor de politiek te pakken. Als hij getrouwd
raakt, zo neemt hij zich voor, stelt hij zich de volgende keer ook kandidaat.
Enkel bij Levin heeft hij blijkbaar niet kunnen scoren. Vronski krijgt een
brief van Anna: ze maakt haar beklag over het feit dat hij nog niet thuis is.
Bovendien is hun dochtertje ziek. Vronski vertrekt naar huis, tegen zijn
goesting.
32 (751)
Anna is ervan overtuigd dat
Vronski’s liefde ‘begint te bekoelen’ (759). Om hem te behouden, begint ze
eraan te denken toe te stemmen in een scheiding. Ze beseft dat het hem
irriteert dat ze zijn vrijheid beknot. Bovendien is hun dochtertje niet erg
ziek. Anna ziet in Vronski’s ogen ‘de koele maar ook de boosaardige blik van
een vervolgd en verbitterd man’ en ze beseft: ‘Als dat zo is, is het
rampzalig!’ (755) Ze vraagt bij haar man de scheiding aan. Samen met Vronski
verhuist ze naar Moskou.