120809 P. vertelde van zijn oude kennis F. uit Blankenberge. F.
heeft zijn twee kinderen al zes jaar niet meer gezien, heeft geen werk, woont
in een krot en moet rondkomen met 700 euro per maand. Hij zit volledig in de
shit. En nu is zijn moeder ook nog eens dement geworden, er is geen contact
meer mogelijk, ze moet naar een home. De voorbije week heeft F. zijn ouderlijk
huis leeggehaald. Een immens karwei: van zolder tot kelder staat het vol kasten
en al die kasten zijn gevuld met kleren, medicijnen, betaalbewijzen, facturen,
enzovoort – de hele rotzooi die een mens de decennia dat het hem vergund is op
deze aardkloot rond te dolen rondom zich vergaart en die op een gegeven
ogenblik niets anders betekent dan de volkomen illustratie van de volstrekte
relativiteit en banaliteit van een mensenleven. De zus van F. komt langs met
haar man. Of vriend. ‘Wat ben je hier dit huis aan het leeghalen? Het is
verkocht mét de inboedel!’ F. is verbijsterd om zoveel harteloosheid. ‘Wat wil
je? Moet ik misschien al de onderbroeken van mamma door de verhuisfirma laten
meenemen? Moeten we hen ook de fotoalbums laten weghalen?’ F. heeft geen al te
beste relatie met zijn zus. Hij herinnert zich dat zijn moeder zijn zus vaak achterna
zat met de kachelpook. Nu vindt hij het jammer dat hij die pook nergens heeft
teruggevonden, zegt hij tegen P.. Dan zou hij hem, als moeder sterft, met haar
mee in haar kist kunnen begraven.