donderdag 13 september 2012

schrikkel 256 / campagne 14

 
Het begint net te regenen wanneer we stipt om half zeven op de afspraak verschijnen aan het station van Zeebrugge. Of net niet. De wolken aarzelen, het dreigt. Het is in elk geval al erg donker, de herfst zit er aan te komen en de sombere weersomstandigheden dragen er niet toe bij om deze trieste uithoek van de stad op te fleuren. Want triest is het wel, de stationsbuurt van Zeebrugge, zoals hij daar gekneld ligt tussen spoorweg, Koninklijke Baan en zeesluis. In een wurggreep. Zwaar verkeer rolt de achterhaven in en uit. Ik denk: is het nu aan het donderen?, maar pas later merk ik dat het gerommel dat als het ware infrasonisch tot mij doordringt afkomstig is van een van de bruggen over de sluis, telkens wanneer er een vrachtwagen over rijdt.
Hier gaan we ‘canvassen’. Van deur tot deur gaan, mensen laten kennismaken met de groene boodschap, vragen of zij op 14 oktober even aan onze voorstellen willen denken. Voorstellen voor een leefbaarder Zeebrugge, voorstellen die meer zekerheid aangaande de toekomst moeten bewerkstelligen. Alsof Zeebrugge nu leefbaar is en alsof Zeebrugge een toekomst heeft.
Het is een complexe materie. Zijn we geloofwaardig? In onze eigen ogen vast en zeker wel. Maar hoe zien deze mensen ons? Bijna, ben ik geneigd te zeggen, als wezens van een andere planeet. 'Tiens, ze zijn ons nog niet vergeten.' Je hoort het ze denken. Ik krijg de indruk dat niet veel kandidaten van andere partijen het zullen riskeren om hier stemmen te komen werven.
Het is een complexe materie. Uit een van de huizen die niet stil en leeg is, reageert op ons aanbellen een heer in korte broek. Hij gelijkt een beetje op VRT-reporter Chris De Nijs. Nerveus, gespannen, duidelijk onder de stress. Wanneer het hem duidelijk is geworden met welk doel we hem naar voren hebben geroepen, begint hij een hele tirade af te steken. Vriendelijk, dat wel, maar met inzet en oprechte kwaadheid. De putten in de weg, de vreemde arbeiders in de buurt, het voorbijdenderende vrachtverkeer, de kapotte brug, de nutteloze verkeerslichten… De man zegt professor te zijn. Hij kent in elk geval zijn dossiers! Zijn kennis is indrukwekkend, de onze verbleekt erbij. Na een kwartier komt zijn vrouw erbij staan. Ze houdt een hondje op de arm. En het gaat maar door. De turfgrond, de tunnel, de geplande elektriciteitscentrale. ‘Ze zouden ons een deftige onteigeningsregeling moeten voorstellen,’ vindt de man. Maar die komt er natuurlijk niet. ‘Wij worden langzaam uitgeperst en weggepest,’ zegt de man. ‘Ons eigendom vermindert elke dag in waarde. En ze rekenen erop dat we vluchten.’
Dit gesprek duurt drie kwartier. De rest van ons canvaswerk schiet erbij in. Maar het is een verhelderend gesprek. Brugge heeft een schaduwzijde, en die heet: ‘Zeebrugge’. Voor mij, nochtans al bijna een halve eeuw Brugs ingezetene, was het de tweede keer dat ik deze buurt grondig verkende. Dat is niet fraai van mij. Maar ik weet zeker dat velen er nog nooit zijn geweest. U moet er dringend eens naartoe. Er valt veel te doen. Er is werk aan de winkel. Ook voor Groen. Zeker ook voor Groen.