donderdag 27 september 2012
los ingeslagen 21
120825 De gesprekken hadden opvallend vaak iets te maken met de
scheep- en luchtvaart. J. vertelde dat ze bij een plotse windstoot ‘onder het
zeil’ was gegaan, zonder erg. ‘Het kan veel slechter aflopen’, wist C. te
vertellen. Hij was een paar jaar geleden onder zijn zeilboot terechtgekomen en
niet alleen dat: hij had in het touw verstrengeld gezeten. Hij had zich maar
ternauwernood weten los te maken. ‘Er kwam een kalmte over mij, ik berustte
erin dat ik aan het verdrinken was. Ik wist niet dat een mens zo rustig
doodging.’ En dan kwam het hoofdstuk bijna-vliegrampen aan bod – geen wonder,
C. was ooit piloot. Zelf heeft hij nooit iets dergelijks meegemaakt,
maar hij wist toch enkele straffe verhalen van collega’s. Bij Ryanair,
bijvoorbeeld, zouden ze inderdaad, zoals enkele recente berichten over
bijna-catastrofes het meldden, zeer zuinig omspringen met de fuel. Een extra rondje moeten maken na
een mislukte landing zou al genoeg zijn om in de problemen te komen. Zo was er
onlangs een vliegtuig in Rome geland ‘met nog maar twee minuten brandstof aan
boord’. Ik vroeg C. dan of hij meer wist over dat Air France-toestel, dat
een paar jaar geleden boven de Atlantische Oceaan neerstortte. Hij legde uit
dat het een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden was: twee van de
drie drukmeters stuk, de commandant die net zijn beurt had om te slapen, en de
twee copiloten die in een storm terechtkwamen. Ze betrouwden op de foute
informatie van de boordcomputer, trokken de neus van het toestel op tot het in
een bijna verticale positie kwam en geen lift
meer had – waarop het niet anders meer kon dan neerstorten. ‘Vijf kilometer per
minuut: die val duurde twee minuten.’ Dan kwam P. met zijn
vliegtuigverhaal. In een vlucht van een of andere oliestaat naar Zwitserland
had hij het meegemaakt dat een vijftal volledig gesluierde vrouwen (zo waren ze
in de oliestaat opgestapt) zich onderweg van hun gewaden ontdeden. ‘Wat ik toen
te zien kreeg, manmanman! Zo’n ogen!
Zo’n uitstraling!’ P. was duidelijk nog onder de indruk. Ik bleef maar
denken aan die val van twee minuten.