465
Kort na de middag werd een dichte kap grijze regenwolken
over het eiland getrokken, en wat later stortte de regen neer. (316)
466
Wat ik mooi vind: Bart die op de piste elke seconde op
de stand van de wind en de wolken, en de staat van de weg let, en hoe
gelukkig hij dan is; zot gelukkig zoals een jongetje van acht. (328)
467
Dipdag: bewolkt, oninteressante weg, mensen die
alleen maar ‘donne cadeau, donne argent’ roepen. (334)
468
Nog geen stilte na de storm maar wel een luwte;
stroken blauwe lucht tussen de wolken. (342)
469
Vesuvius in dichte mist beklommen; guur en
onherbergzaam; een krater vol watten; wolken die over de weg kuieren.
(369)
470
Het oude Napels ziet eruit alsof God er vanaf zijn wolk
kerken heeft laten regenen. (370)