Wij fotograferen zaken omdat ze afwijken van het
gewone, omdat ze vreemd zijn. Maar wanneer is iets vreemd? Het is altijd vreemd
voor ons. Misschien ben ik de enige die het vreemde in iets gezien heeft. Ik
moet ermee leven dat een ander er straal aan voorbijloopt. Een vorm van
exclusiviteit, ook aan de zijde van de waarnemer, is onlosmakelijk verbonden
met de notie van het vreemde. U zou dit huis misschien niet hebben gezien. U
zou er misschien aan zijn voorbijgelopen. Maar nu ziet u het wél. Door de
nadruk die ik erop leg – vooral door het in zijn kader te isoleren van alle
andere zaken die uw aandacht zouden opeisen omdat ze allemaal, in een
welbepaald opzicht, vreemd zijn – bent u nu wel gedwongen het te zien. En ja,
nu ziet u misschien ook waarom ik dit huis vreemd genoeg vond om het te
fotograferen. En om het aan u te tonen, want dat is fotograferen ook: je wilt
iets delen met wie zo vriendelijk is ernaar te kijken. Daarvoor moet je je best
doen. Je moet het onderwerp zodanig tonen dat het de aandacht trekt. Daar
moeten de omstandigheden je een beetje bij helpen: het licht, het tijdstip, de
atmosfeer, het standpunt. Fotograferen is altijd ook: het vreemde, het
bezienswaardige, isoleren, benadrukken en tonen. Vragen om ook te kijken. De
fotograaf nodigt uit tot het zien van het bezienswaardige. Zijn gebaar is
genereus.
Bretagne (F) - 050807
zie ook: terugblik