Tranche de vie. Aan die
uitdrukking moet ik denken wanneer ik deze foto terugzie. Een uitsnede. Een schelletje, zoals ze hier bij de
beenhouwer zeggen. Op zich betekent het beeld niet veel – maar ik herinner me
nog precies het moment, en wellicht ligt daarin het belang van de foto: dat ik
het mij nog herinner. Wat betekent dat voor niemand anders de foto belangrijk
is of hoeft te zijn, maar daar kan ik mee leven.
Ik zag die man op zijn fiets aankomen. En ik zie hem
nu preciezer dan ik hem toen in een flits zag. Een beetje voorovergebogen, op
een te laag zadel. Stoempend. Snel ergens heen. De mantel flapperend over de
knieën, berenmuts op het hoofd. Het is koud.
Waar fietst hij heen? Wat steekt er in dat plastic
zakje dat op zijn bagagedrager (porte-bagage)
gebonden is met een elastiek (rekker)?
Heeft de inhoud van dat zakje iets met zijn bestemming te maken? Allicht wel,
maar we zullen het nooit weten.
Lééft die man nog? Überhaupt.
Ik beweeg mee met de camera. Dat veroorzaakt de
bewogen achtergrond. Die bewogenheid vat en kadert de beweging van de fiets van
links naar rechts door het beeld. De donkere elementen in de rand van het beeld
helpen mee met dat kaderen – maar dat is puur toeval natuurlijk. Dit lijkt een still, uitgeknipt uit een film die nooit
iemand volledig heeft gezien. Uitgeknipt uit het leven van die man, zonder dat
hij daar weet van had – zoals hij ook nu niet weet dat ik nog een keer, een
laatste keer allicht, bij hem stilsta: om hem te vatten in het kader van deze
woorden.
Sint-Kruis,
Schuttershof – 050217