Het waren
allemaal duikbootvaarders, net zoals de mennekes die de kist met de admiraal
erin en zwartroodgoud erbovenop langzaam langs ons droegen, net zoals de twee
oudere broers van mijn vader (die op het eind alleen maar bij de landstorm was)
ook op een onderzeeër voeren.
Günter Grass, Mijn eeuw, 200