Al zeventien
jaar voorbij,
maar het
was als eergist’ren:
vliegtuigen
troffen torens.
Een droom
in het hart geraakt.
Even lang was
ik weder-
helft: achtentachtig
tot vijf.
Een zucht,
een schreeuw. Een eeuw, zo
lijkt het wel.
En ik zei tot
mijn twee
jongens, toen: ‘Kijk goed,
dit
verandert de wereld.’