vrijdag 14 september 2018

van Dale 151-155

151 en 152
En niets scheen hem meer afkeer in te boezemen dan de aanraking met of de doordringende lucht van verf, ongeacht of het acrylverf was of een verfsoort met glycerol en ftaalzuur.
Jean-Paul Dubois, De verbouwing, 135

glycerol (de) (stofn.) 1,2,3-propaantriol, een driewaardige alcohol, een kleur- en reukloze, dikvloeibare stof met zoete smaak
ftaalzuur (het) (chem.) 1,2-benzeendicarbonzuur, een tweebasisch organisch zuur dat bij normale temperatuur uit naaldvormige kristallen bestaat
tweebasisch /bij attr. gebruik is twee beklemtoond/ (bn.) (chem.) (van zuren) twee waterstofatomen bevattend die door metalen vervangen kunnen worden

153
De heersers op de rijbaan waren monsterachtige vrachtwagens met rammelende lege laadbakken, waarvan de bestuurders, omdat de fabrieken rond de stad op apegapen lagen en er dus vrijwel geen goederen meer te vervoeren vielen, massaal als snorder bijklusten.
Pieter Waterdrinker, Tsjaikovskistraat 42, 17



snorder (de (m.); -s) 1 illegale taxichauffeur die om een vrachtje op te doen rondrijdt

154
Met de tekorten begon het grote graaien, het massale stelen, het maroderen, als in de jaren vlak na de revolutie van 1917 toen arbeiders en soldaten waren begonnen de bourgeois te plunderen.
Pieter Waterdrinker, Tsjaikovskistraat 42, 80

maroderen (onoverg.; marodeerde, h. gemarodeerd) op roof uitgaan, syn. plunderen

155
Hier leek de overvloed te heersen – schalen met citrusfruit sierden de tafels, samen met vers uit de oven gehaald kaasbrood, de chatsjapoeri, spinazie met knoflook en granaatappelpitjes, gekookte kip in notensaus, sjasliek, verse aubergines: het water liep me al in de mond.
Pieter Waterdrinker, Tsjaikovskistraat 42, 94

sjasliek (de (m.); -s) stukjes vlees die, met tomaat, ui enz. aan een pin geregen, gegrild gegeten worden