Het was een kwis en een van de ploegen bestond uit een kwartet
jonge vrouwen met hoedjes aan. Dat was olijk. Ik bracht mijn ploeg iets bij
door het dier op een beeldvraagfoto te duiden als ‘stokstaartje’. Malta wist ik
op de blinde kaart niet te situeren (achteraf bleek ik Lampedusa te hebben
aangeduid), en van Schubert schoot de voornaam mij – en ook mijn teamgenoten
niet – maar niet te binnen. Dat van die stokstaartjes wist ik nog van Het leven van Pi – die beestjes spelen
daarin een rol en ik had het toen opgezocht met Google Afbeeldingen. Niet dat
het er veel toe dat maar we eindigden verdienstelijk achtste (op veertien
ploegen).