Vladimir, bijna vijftien jaar geleden door D. zo genoemd,
inderdaad naar de Russisch-Amerikaanse schrijver, neemt weinigen in vertrouwen.
Ik geniet het. Waarom weet ik niet. Misschien omdat ik ook van Nabokov houd,
maar waarschijnlijker is dat ik de huiskat van S.’s moeder steevast iedere keer
dat hij zich verwaardigt binnen te komen een schep korrels uitkeer, ongeacht of
zijn bakje nu helemaal leeg is of niet. Maar goed, aandoenlijk vind ik de trotse
en zeer eigenzinnige Vladimir wel wanneer hij bij mij om die brokjes bedelt. We
vragen ons overigens af wat er hem te wachten staat wanneer straks dit
toevluchtsoord – het zijne en het onze – er niet meer zal zijn.