woensdag 16 mei 2012

schrikkel 131

Kampeerwagen, Italiaanse nummerplaat, een jong koppel heeft vlakbij het station een plek gevonden die als uitvalsbasis kan dienen om de stad te verkennen. Ze bestuderen de plattegrond, zoeken uit waar ze zich bevinden, kijken hoe ze het best van hieruit te voet verder gaan. Ik benijd deze mensen: waarschijnlijk zijn ze nooit eerder in Brugge geweest, ze kunnen vandaag kennismaken met deze mooie stad. Ze zullen voor de eerste keer in hun leven de Markt en de Burg zien, het Groeningemuseum met de Vlaamse Primitieven, de Bloedkapel, het Begijnhof, de Lange Rei, de Dijver. En als ze van de voorgeschreven paden durven af te wijken, misschien ook de Kruispoortvest, het Sint-Annakwartier, Sint-Gillis. Het wordt een dag die ze nooit zullen vergeten. En inderdaad, wanneer ik na acht uren werken in Brussel opnieuw hier voorbij kom, staat de mobilhome er nog altijd: ze leggen hun bezoek grondig af. Ik ben jaloers en wou dat ik vandaag Mantua kon bezoeken, of Vicenza, of Lucca. Ik zou er de auto hebben geparkeerd ergens in de buurt van een invalsweg, ik zou de kaart hebben bestudeerd, en dan zou ik de plekken hebben bezocht die ik moet bezoeken, maar ook deze die door het toeval aan mij zouden zijn opgedrongen. En misschien zou er een kerel op weg naar zijn werk een fotootje van mij hebben gemaakt en hebben gedroomd van verre bestemmingen.