De Verdurin-kring levert voor Odette en Swann niet
langer de gelegenheid om elkaar te zien, maar vormt nu een beletsel. Swann kan Odette
niet beletten om, op uitnodiging van de Verdurins, naar tweederangsspektakels
te gaan kijken die niet beantwoorden aan zijn hoge esthetische standaarden.
Wanneer Odette door de Verdurins is gevraagd om mee te gaan à l’Opéra-Comique voir Une Nuit de
Cléopâtre (289:30-31), leest Swann al in Odettes ogen haar vrees dat hij haar zal
vragen om niet mee te gaan. Maar hij
kan niet kwaad zijn, overweegt hij, als hij ziet hoeveel plezier ze aan dat
minderwaardige toneel beleeft. Blijkbaar heeft hij haar niet kunnen omturnen
tot een cultuurmens met voldoende smaak om te begrijpen dat Victor Massé een
minderwaardig dramaturg is. Als
zij aan dat plezier niet verzaakt, lijkt ze in zijn ogen minderwaardig, dan is
ze niet meer dan un poisson sans mémoire
et sans réflexion qui, tant qu’il vivra dans son aquarium, se heurtera cent
fois par jour contre le vitrage qu’il continuera à prendre pour de l’eau (290:32-35).
Odette houdt geen rekening met de inhoud van
Swanns betoog, dat veel gewrongener is dan hier weergegeven (– zodanig gewrongen
dat ik het nauwelijks kan ontwarren). Het enige wat haar interesseert is dat
het feit dat hij inzit met haar esthetische voorkeuren, bewijst dat hij nog
steeds verliefd is op haar.
Bij een andere gelegenheid zegt hij haar dat
als er iets was, meer dan wat anders ook, dat zou maken dat hij haar niet meer
graag zou zien, dat dat dan zou zijn qu’elle
ne voulût pas renoncer à mentir (291:20-21).
Ondertussen is Odette fysiek minder fraai
geworden – maar ook dat verhindert niet dat Swann verliefd op haar blijft.
Zelfs integendeel!
Sommige uitstapjes van de Verdurins duren
meerdere dagen: dan gaan ze architecturale bezienswaardigheden bekijken in Beauvais,
of in Pierrefonds. (Proust neemt even de gelegenheid te baat om zijn afkeer uit
te spreken over de door Viollet-le-Duc geleide restauraties van middeleeuwse
gebouwen.) En dan moet Swann heel erg vechten tegen de verleiding om de trein
te nemen en als het ware toevallig op die plaatsen op te duiken. Als dekmantel
gebruikt hij de marquis de Forestelle, die hem moet vergezellen en het voor
Odette moet verhullen dat hij daar enkel en alleen is om haar te ontmoeten. De
markies is zeer verwonderd dat Swann voor het eerst in vijftien jaar nog eens
iets van zich laat horen. Maar op het laatste moment verandert Swann toch van
gedacht: hij en de markies zullen dan toch niet samen naar Pierrefonds gaan.
Odette zou hem een geënsceneerde toevallige ontmoeting zwaar aanrekenen met een
vermindering van haar liefde voor hem. En dan neemt Swann er vrede mee haar
thuiskomst tot laat in de nacht te verbeiden, niet wetende dat ze al in de
namiddag is thuisgekomen en er eenvoudigweg niet aan heeft gedacht hem daarvan
op de hoogte te brengen: elle n’avait
même pas pensé à lui (295:30). En uitgerekend die onachtzaamheid bindt hem
nog meer aan haar que toute sa
coquetterie (295:33).
Swann brengt hele dagen in liefdesleed door.
Het is voor hem niet zoals voor de kleine Marcel vele jaren later in Combray,
die dan tenminste overdag nog gelukkig is alvorens ’s avonds door zijn niet
naar boven komende moeder zoveel verdriet te worden aangedaan. Swann denkt voortdurend
aan Odette en zwelgt in zijn jaloezie. Soms kan ze liegen, zonder dat hij dat
wil inzien, en dan is al wie hem op haar leugens wijst in zijn ogen
ongeloofwaardig. Maar als hij overtuigd is dat ze de waarheid niet spreekt, is
het voor haar volstrekt onmogelijk om hem van het tegendeel te bewijzen, ook al
spreekt ze voor een keer wel de waarheid.
Swann is zo jaloers dat elke naam die zij
noemt in zijn geest voor een minnaar staat. Een keer heeft hij zelfs une agence de renseignements (297:8-9)
ingeschakeld, maar daardoor kwam hij enkel aan de weet dat een in zijn ogen
verdachte, door Odette genoemde persoon, in werkelijkheid un oncle d’Odette mort depuis vingt ans (297:12) was.
Alles wat Swann doet en laat staat in het
teken van Odette. Zo frequenteert hij een bepaald restaurant niet omwille van
de keuken maar omdat het dezelfde naam draagt als de straat waar Odette woont:
dat is une de ces raisons, à la fois
mystiques et saugrenues (‘dwaas’) qu’on
appelle romanesques (296:18-19).