Een vrijdagnamiddag, ik ben op weg naar de dokter aan de
Legeweg in Sint-Andries. Banale straten, ‘het weder van alle mensen’. Zo zegt Reve
het, en hij heeft het over gemiezer en grauwe luchten. Waarom de dokter? Iets
blokkeerde in mijn rug vannacht en ik wil weten wat ik daarmee moet. Ik ga te
voet. Omdat mijn fiets gestolen is, maar ook omdat ik behoefte heb aan
beweging: ik beeld me in dat dat stappen mij goed zal doen. Ondertussen zoek ik
naar een onderwerp. Ik meen er in dat bushokje een te zien: vrouwenbenen steken
een eind naar voren en lijken samen met die huizen op de achtergrond en de
publiciteitsaffiche op de voorgrond iets – hoewel ik nog niet weet wat – te betekenen.
Maar het mislukt. Net wanneer ik afdruk, trekt die persoon haar benen naar
binnen. Dat sorteert maar een half effect. Onvoldoende in elk geval want in
plaats van de aandacht op te eisen, storen de benen nu. De dokter, overigens,
zal niet veel verder komen dan de diagnose dat ik …rugpijn heb gehad. Dat ik
daar zelf niet eerder op gekomen ben! Met warmte behandelen, zegt ze. En preventief
pijnstillers nemen zodat ik niet verkramp. Ik denk er niet aan. Waar het op de
heenweg nog miezerde, regent het op de terugweg effenaf. Gelukkig heb ik een
paraplu meegenomen. Het is een beetje een treurige vrijdag.