29 januari 2016
vrijdag
UNICITEIT / GESPREKJES
Het verband tussen de uniciteit van de herkenning in de
verliefdheid (waarbij het kan gebeuren dat een ander zich niet kan voorstellen
wat de verliefde nu eigenlijk in zijn, of haar, uitverkorene ziet) en het
herkennen van de gelijkenis in een getekend portret: waar de ene de gelijkenis
ziet, ziet de ander het niet. – En wat is het dan precies dat maakt dat een
portret gelijkend is, wat is in een gelaat de decisieve typerende gelaatstrek? ¶
© Der Himmel über Berlin |
Een korte uitstap naar de supermarkt om de hoek levert twee
korte gesprekjes op. Eentje met J., die mij doet schrikken door mij tussen de
aardappelen en de courgettes een hand op mijn schouder te leggen, een beetje
zoals de engel in Der Himmel über Berlin
– met hem heb ik het over ons Facebookincidentje van vorige week, ik herinnerde
het mij al niet meer waarover het ging maar J. wist het wel nog, het ging over
intellectualisme; en, op de terugweg, eentje met de postbode, die me vertelde
dat hij voor mij de Visie bij zich
had en dat onlangs zijn ronde met tweehonderd bussen ofte zo maar eventjes
twintig procent was uitgebreid maar hij vond het niet erg want hij was in de
aanloop naar zijn pensionering toch al aan het uitbollen en op halftijds
overgeschakeld. ¶