zondag
ZWAAR / PRIVÉ-DOMEIN
Een emotioneel zware dag. (...) ¶
Gisteren kwam ik in de Fnac, niet speciaal naar iets op
zoek, gewoon eens naar de boeken ‘kijken’. Groot was mijn verbazing toen ik op
een tafel met aanbiedingen een vijftiental titels uit de reeks privé-domein zag
liggen. Afgeprijsd tot 15 euro, en bovendien ook nog eens ‘2+1 gratis’. Je kon
dus drie privé-domeins kopen voor 30 euro, ofte, goed geteld en gerekend, 10
euro per stuk. Ik kocht de brieven van Ted Hughes, die ik een paar weken
geleden nog wegens te duur (ik denk 35 euro) had laten liggen in de Raaklijn,
de dagboeken van Sylvia Plath, Dagboek van een vreemdeling in Parijs van
Curzio Malaparte, Kinderjaren van Graciliano Ramos, jeugdherinneringen
van Edward W. Said, en een brievenverzameling van Henrik Ibsen. De buitenkans
zou te danken zijn aan een speciale actie die De Arbeiderspers op het touw zet
om de vijftigste verjaardag van de reeks privé-domein te vieren.
Ik kom thuis met mijn buit en voel mij op een vreemde manier
bekocht. Dit is te mooi om waar te zijn. Er klopt iets niet.
Dat gevoel, dat er iets niet klopt, heb ik al een tijdje met
de reeks privé-domein. Ooit was het wat je dan noemt: een prestigieuze reeks. De vormgeving was formidabel. De eerste boeken
uit de reeks werden nog ambachtelijk vervaardigd: uit lood op zwaar papier
gedrukt, dat je dan ook nog eens zelf moest opensnijden. Zo heb ik hier nog een
niet-opengesneden Zinnig eigenzinnig van Hermann Hesse (1973, privé-domein
nummer 21; ik las ooit een in de bibliotheek ontleend exemplaar). De
tekstbezorging was verzorgd, het niveau van de aangeboden dagboeken,
autobiografieën en brievenverzamelingen zeer hoog, en mede door de nooit
gewijzigde uniformiteit van het voorplat en het formaat groeide de reeks uit
tot een bij verzamelaars zeer gegeerd item. Een speciale website
was hun daarbij behulpzaam. Ik heb daar een tijdje aan meegedaan. Ik kocht
zeker niet alles, maar ik heb toch een honderdtal titels staan. Nu nadert de
reeks nummer 300.
Het is op een bepaald ogenblik serieus scheef beginnen te
lopen met de privé-domeinreeks. De geselecteerde auteurs en titels werden hoe
langer hoe minder interessant. Daar zal het feit dat veel schrijvers na een
conflict De Arbeiderspers de rug toekeerden zeker voor iets hebben tussen
gezeten. Ook het terugtreden (of terugduwen?) van mede-initiatiefnemer Martin
Ros, die een groot kenner was van buitenlandse literaturen, zal een rol hebben
gespeeld. De kwaliteit van de nieuwe privé-domeindelen zakte. Maar er schortte
ook iets aan de manier waarop deze mindere inhoudelijke kwaliteit werd
aangeleverd: de papiersoort werd goedkoper, het drukprocedé werd gemoderniseerd
en, wat nog veel erger was, de controle op de eindredactie verflauwde. Het viel
mij op toen ik een nieuwe druk van De wereld van gisteren van Stefan
Zweig las. De tekst was duidelijk ingescand want er waren een aantal zeer
storende zetfouten blijven staan, het soort fouten die enkel het gevolg kunnen
zijn van een mislezing door een scanapparaat. Blijkbaar had men zich de moeite
niet meer getroost om na het scannen de tekst nog eens na te lezen. Onvergeeflijk!, en al zeker voor een 'prestigieuze' reeks.
Onlangs zag ik een aankondiging voor een brievenboek van
Ilja Leonard Pfeijffer, dat binnenkort, op 1 maart, in de reeks privé-domein
zal verschijnen. Ik las in die aankondiging dat er zou worden teruggekeerd naar
de productiewijze van weleer door de boeken opnieuw te naaien en te brocheren.
Heeft men het begrepen dat zonder een kwalitatieve productie deze boeken hun
waarde als verzamelobject verliezen? Zouden er te veel onverkochte exemplaren
in de magazijnen zijn blijven liggen? En zijn dát dan de boeken die nu voor 10
euro bij de Fnac liggen? ¶